RvA: prijsstijgingen in de bouw als gevolg van de oorlog in Oekraïne kwalificeren als onvoorziene omstandigheid
De explosieve stijging van grondstoffen zorgt voor veel discussies tussen opdrachtgevers en aannemers. De verwachte stroom aan rechtspraak bleef lange tijd uit en daardoor was het antwoord op de vraag voor wiens rekening de stijgende bouwkosten moesten komen niet duidelijk. Een recente uitspraak van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen (RvA) schept al wat meer duidelijkheid. De RvA oordeelde dat de stijgende bouwkosten kwalificeren als onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:258 BW. De aannemingsovereenkomst kon daarom niet ongewijzigd in stand blijven. Met deze (oppervlakkige) constatering moeten we het voorlopig even doen want de vraag of er vervolgens omstandigheden zijn die voor rekening komen van de aannemer behandelen de arbiters niet. In deze blog gaan we dieper op de uitspraak en het leerstuk van de onvoorziene omstandigheid in.