Bouwvrijstelling onverbindend. Wat betekent dat voor mijn project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
Rechtspraak waar de praktijk reikhalzend naar uitgekeken heeft: in een recent vonnis in kort geding overweegt de rechtbank Noord-Holland dat een koopovereenkomst voor gemeentelijke gronduitgifte geldig is, ook al is die een-op-een gesloten, in strijd met het Didam-arrest.
De rechtbank Rotterdam heeft op 16 september 2022 geoordeeld dat de door de gemeente Rotterdam voorgenomen uitgifte van erfpachtrechten zonder voorafgaande openbare selectieprocedure mogelijk is als er slechts één serieuze gegadigde is vanwege zijn doorslaggevende afspraken met een zittende erfpachter.
Per 1 januari 2023 wordt het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting verhoogd van 8% naar 10,4%. Het gevolg is dat velen vóór 1 januari 2023 de levering van een onroerende zaak geregeld willen hebben, zodat ze niet met het verhoogde tarief te maken krijgen. Het lukt echter niet iedere koper om op zo een korte termijn de financiering rond te krijgen. De Groninger akte biedt hiervoor een oplossing. Kort gezegd houdt een Groninger akte in dat de onroerende zaak wordt geleverd onder ontbindende voorwaarde, omdat de koper de financiering nog niet rond heeft. In dit kennisartikel wordt beschreven wat een Groninger akte inhoudt, wat de bijzonderheden zijn en in welke situaties de Groninger akte van pas komt.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Op 21 januari 2022 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in de Acantus-zaak. In dit arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat een warmte- en koudeopslag- (WKO-)installatie kwalificeert als een onroerende aanhorigheid, waardoor de verhuurder de kapitaals- en onderhoudskosten van de WKO-installatie niet via de servicekosten in rekening mag brengen.
Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Haarlem een belangwekkende uitspraak gedaan over de uitleg van een vennootschapsbelastingregeling (artikel 20a Wet op de vennootschapsbelasting 1969) die verliesverrekening bij vennootschappen beperkt bij wijziging van aandeelhouders. Bij de verkoop van aandelen in een beleggingsvennootschap oordeelde de Rechtbank dat een bij de eerdere aandeelhouderswisseling bestaande minderwaarde van het door de B.V. gehouden vastgoed bij latere realisatie ten laste van de winst kan worden gebracht en niet door artikel 20a wordt beperkt.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
Bij arrest van 1 april 2022 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op prejudiciële vragen met betrekking tot de verhuiskostenvergoeding van artikel 7:220 BW lid 5 en 6.
De kersverse Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge heeft laten weten dat de invoeringsdatum van de Omgevingswet op 1 juli 2022 niet verantwoord is. Opnieuw wordt de inwerkingtreding van de wet uitgesteld; vooralsnog tot 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.