1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 615

Tijdwinst legitiem argument voor toepassing van de coördinatieregeling

De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.

wandelpad: weg in de zin van de Wegenwet

In een beroep tegen de wegenlegger van de gemeente Rijssen-Holten heeft de Raad van State op 29 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2858) geoordeeld over de vraag of een wandelpad een weg is, en of sprake was van openbaarheid.

Opletten bij het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid!

Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt niet weg dat het college bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient na te gaan of wijziging van de oorspronkelijke bestemming uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, gerechtvaardigd is.

Wie is belanghebbende bij een bouwaanvraag?

Op 15 augustus 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nog eens herhaald in welke gevallen degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als belanghebbende bij de beslissing op dat verzoek kan worden aangemerkt.

Huurders opgelet: zorg dat je alle betrokken partijen dagvaardt

De zogenoemde exceptio plurium litis consortium houdt in dat bij een ‘processueel ondeelbare rechtsverhouding’ alle partijen dienen te worden betrokken. Een geslaagd beroep op deze exceptio komt relatief weinig voor, maar het hof Amsterdam heeft een dergelijk beroep recentelijk gehonoreerd.

Verjaring en ruilverkaveling

Op 18 juli 2018 is in een verjaringszaak een uitspraak gedaan, waarbij ruilverkaveling roet in het eten heeft gegooid. Gedaagden dachten eigenaar te zijn geworden van stroken bermgrond middels bevrijdende verjaring. Echter, door een ruilverkaveling die heeft plaatsgevonden in 2010 is het litigieuze perceel toebedeeld aan de gemeente Stichtse Vecht. De rechtbank oordeelt dat hierdoor een nieuw recht van eigendom is toebedeeld aan de gemeente, zodat dit nieuwe recht geen boodschap heeft aan andere rechten. Een verjaringstermijn heeft dan ook geen invloed daarop.

Beroep op kartelverbod om branchebescherming aan te vechten

Bij branchebeschermingsafspraken komt een vastgoedeigenaar met zijn koper (of huurder) van winkelruimte overeen dat hij in een winkelcentrum geen ruimten zal verhuren of verkopen aan een met de koper (huurder) concurrerende onderneming. Branchebeschermingsovereenkomsten kunnen in strijd zijn met het kartelverbod, zoals Lidl betoogt in een nog lopende zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Handhaving onevenredig ondanks grootschalig illegaal gebruik!

De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.

Fosfaatrechtenverdeling bij opfokcontracten in het kader van wetenschappelijk onderzoek

In deze procedure vordert eiseres dat de opfokker de verkregen fosfaatrechten na het eindigen van de opfokovereenkomst aan haar overdraagt. Zij beroept zich primair op de een contractuele bepaling in de opfokovereenkomst over dierpremies en subsidiair op de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid in verband met de bijzondere achtergrond van de overeenkomst. De voorzieningenrechter ziet onvoldoende aanleiding om af te wijken van de hoofdregel dat de fosfaatrechten aan de opfokker toekomen. De vorderingen worden afgewezen (Rechtbank Midden-Nederland 30 juli 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3645).

Contracteren in varkens(Neder)land

Op 17 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure tussen Varkenshandel Dijk, hierna: “Varkenshandel”, en een eigenaar van een zeugfokbedrijf en varkenshouderij, hierna: “Boer X”. Partijen hebben langere tijd zaken met elkaar gedaan en hebben daarbij afspraken gemaakt over het financieren van een zeugenstapel voor het zeugfokbedrijf. Tussen partijen is discussie ontstaan over de te betalen prijs voor geleverde biggen, een eigendomsvoorbehoud en in het verlengde daarvan de rechtmatigheid van een gelegd beslag.

Pro rato toewijzing fosfaatrechten aan uitschaarder

Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.

Titelzuiverende werking van ruilverkaveling

In een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant is een oudvaderlands voorpootrecht aan de orde. De gedaagde in die procedure stelt dat ondanks de titelzuiverende werking van de ruilverkaveling het oudvaderlands voorpootrecht in stand is gebleven. De rechtbank oordeelt dat een voorpootrecht bij ruilverkaveling gelet op de titelzuiverende werking teniet gaat, tenzij het voorpootrecht in de akte van toedeling wordt vermeld.

1
...
26 27 28 29 30
...
52