Markt nog niet klaar voor einde EONIA
Het einde van de rentebenchmark EONIA is in zicht. Begin 2022 stopt deze rentebenchmark. Maar de markt is nog niet helemaal klaar voor het einde van deze benchmark.
Het einde van de rentebenchmark EONIA is in zicht. Begin 2022 stopt deze rentebenchmark. Maar de markt is nog niet helemaal klaar voor het einde van deze benchmark.
Een financier zal geen lening verstrekken zonder enige zekerheid van terugbetaling. Ter zekerheid van voldoening van de betalingsverplichtingen vraagt een financier om zekerheidsrechten. Als een onderneming activa en onderdelen in het buitenland heeft of de financier zelf buitenlands is, kan zij mogelijk ook om zekerheidsrechten naar buitenlands recht vragen.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende voor de verkrijging van aandelen in een vastgoed-BV als gevolg van een uitgifte van aandelen bij splitsing overdrachtsbelasting is verschuldigd. Uit de wetsgeschiedenis valt namelijk af te leiden dat de splitsingsvrijstelling alleen is bedoeld voor de overgang van vermogen van de splitsende rechtspersoon naar de verkrijgende rechtspersoon. De splitsingsvrijstelling geldt niet voor de uitgifte van aandelen in verband met een juridische splitsing. Op basis van beleid van de staatssecretaris is de heffing van overdrachtsbelasting beperkt tot de uitbreiding van het materiële belang bij de onroerende zaken van de BV voor belanghebbende.
In een lening wordt vaak een cross-defaultbepaling opgenomen. Wat houdt deze bepaling in en welke gevolgen heeft deze bepaling voor uw lening?
Dinsdag 23 april 2019 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘spoedreparatie fiscale eenheid’ aangenomen. In eerdere blogs hebben wij reeds de aanleiding van dit wetsvoorstel besproken (zie de blogs ‘De per-element benadering & spoedmaatregelen fiscale eenheid’ van 5 september 2018 en ‘Eindoordeel Hoge Raad inzake per-element benadering’ van 22 oktober 2018). In deze blog zullen wij na een korte inleiding van de per-element benadering, de gevolgen van het wetsvoorstel inhoudelijk bespreken. Er is specifiek aandacht voor de gevolgen ten aanzien van de verschillende renteaftrekbeperkingen en het behoud van verrekenbare verliezen bij belangrijke wijzigingen in het (uiteindelijke) belang.
Dirkzwager introduceert een digitale rekentool voor ontwikkelaars van beleggingsprojecten (sloop en nieuwbouw). Innovatief en pragmatisch.
Een senior neemt een junior onder zijn hoede. Deze jonge mensen vormen de nieuwe generatie 'Dirkzwager specialisten'. Hoe kijkt de junior naar de senior en andersom?
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
Rechtbank Gelderland 16 januari 2019, nr. AWB 17/6915
In het verleden hebben in Nederland woonachtige directeur/grootaandeelhouders hun Nederlandse besloten vennootschappen (hierna: BV’s) met beleggingsvermogen verplaatst naar het buitenland. Deze verplaatsing had meestal als achtergrond een besparing van Nederlandse heffing van vennootschapsbelasting of een toekomstige emigratie van de aandeelhouder naar het buitenland. Onder omstandigheden kan het aantrekkelijk zijn de BV weer terug te verplaatsen naar Nederland.
Bestuurders en penningmeesters van stichtingen huldigen wel eens het standpunt dat de stichting die zij vertegenwoordigen niet belastingplichtig is voor de heffing van vennootschapsbelasting (winstbelasting).