Het schriftelijkheidsvereiste; wel of geen koopovereenkomst?
Koper of verkoper gebonden aan mondelinge koopovereenkomst of geldt schriftelijkheidsvereiste?
Koper of verkoper gebonden aan mondelinge koopovereenkomst of geldt schriftelijkheidsvereiste?
In een testament wordt (onder andere) vastgelegd wie tot erfgenamen worden benoemd. Maar wat in het testament wordt vastgelegd, geldt niet automatisch voor de uitkering van een levensverzekering.
In deze eerste bijdrage wordt ingegaan op de wettelijke structuurregeling. Wanneer is de structuurregeling op een vennootschap van toepassing en wat is het gevolg daarvan?
Op het moment dat een woningcorporatie intramuraal zorgvastgoed (verpleeghuiszorg) wil verkopen aan de hurende zorginstelling, dan dient zij hiervoor goedkeuring te vragen van de Autoriteit Wonen (‘Aw’). ILT, het uitvoeringsorgaan van Aw, stelt zich daarbij op het standpunt dat de verkoop van dit zorgcomplex de verkoopregels van ‘wonen’ dienen te doorlopen en niet de verkoopregels van ‘maatschappelijk vastgoed’. Gevolg is dat ILT van de kopende zorginstelling verlangt dat zij in de koopovereenkomst verklaart dat zij zich als een sociaal verhuurder zal gedragen, alsmede dat de ‘woongelegenheden’ ten minste zeven jaar voor de verhuur bestemd blijven.
Op 21 december 2018 heeft de minister voor Rechtsbescherming een concept wetsvoorstel gepubliceerd dat gaat over transparantie van maatschappelijke organisaties. Tegelijk met het wetsvoorstel is een concept Memorie van Toelichting gepubliceerd. Het wetsvoorstel valt in twee delen uiteen: het eerste deel bevat het plan dat maatschappelijke organisaties grote donaties openbaar moeten maken waarbij naam en woonplaats van de donateur moeten worden vermeld; in het tweede deel worden alle stichtingen verplicht om hun jaarrekening jaarlijks te publiceren bij de Kamer van Koophandel.
Op 19 februari 2015 heeft de Vereniging Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) de vernieuwde ROZ-modelhuurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:230a BW gepresenteerd. De vorige versie van het model stamde uit 2003 en was, volgens ROZ, dringend aan vervanging toe
Een vastgoedhandelaar koopt op een executieveiling een woning die wordt aangeboden als ‘afbouwwoning’. De eigenaren zouden ‘hamer en zaag hebben laten vallen en zijn vertrokken’. Achteraf blijkt deze kwalificatie niet juist. De verbouwingen zijn ondeugdelijk uitgevoerd en moeten ongedaan worden gemaakt. De kosten hiervan bedragen ruim € 100.000,--. De koper doet daarom een beroep op dwaling.
Het Hof Arnhem heeft een nuancering aangebracht op een arrest van de Hoge Raad over het schriftelijkheidsvereiste bij een koopovereenkomst (artikel 7:2 van het Burgerlijk Wetboek).
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft recentelijk geoordeeld dat een koper niet gehouden is een woning met praktijkruimte af te nemen van verkoper, omdat het gebruik als woning in strijd is met het bestemmingsplan.
De nieuwe eigenaar van een perceel verbiedt zijn buurman het pad dat op zijn perceel loopt en naar de garage van de buurman leidt, nog langer te gebruiken. Kan de nieuwe eigenaar dit weigeren als de buurman al enige tijd van dit pad gebruik maakt?
De Hoge Raad heeft op 10 augustus 2012 (LJN: BW5324) geoordeeld dat bij bevrijdende verjaring een bezitter van een stuk grond waarvan hij niet de eigendom heeft, de jaren die zijn rechtsvoorganger de grond bezat bij zijn eigen bezit mag optellen.
Het komt met regelmaat voor dat een eigenaar van een perceel gebruik wil maken van het perceel van zijn buurman om naar de openbare weg te gaan. Partijen kunnen dit contractueel regelen, bijvoorbeeld door het vestigen van een erfdienstbaarheid.