Professionele verkoper niet gebonden aan mondelinge koop
Het Hof Arnhem heeft een nuancering aangebracht op een arrest van de Hoge Raad over het schriftelijkheidsvereiste bij een koopovereenkomst (artikel 7:2 van het Burgerlijk Wetboek).
Het Hof Arnhem heeft een nuancering aangebracht op een arrest van de Hoge Raad over het schriftelijkheidsvereiste bij een koopovereenkomst (artikel 7:2 van het Burgerlijk Wetboek).
Het Gerechtshof Arnhem heeft een aanslag gemeentelijke leges fors verminderd, omdat de gemeente onvoldoende bewijs kon leveren voor de heffingsgrondslag. De hoogte van de bouwleges wordt vastgesteld op basis van de niet op gewoononderhoud betrekking hebbende bouwkosten, terwijl de ambtenaar van de gemeente verdedigde dat de geraamde bouwkosten uitgangspunt moesten zijn.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 30 november 2012 de jaarlijkse individuele oordeelsbrieven toegestuurd aan de woningcorporaties. Voor het eerst heeft de minister zich hierin uitgelaten over de nakoming van de regels bij toewijzing van huurwoningen in het kader van staatssteun.
De nieuwe eigenaar van een perceel verbiedt zijn buurman het pad dat op zijn perceel loopt en naar de garage van de buurman leidt, nog langer te gebruiken. Kan de nieuwe eigenaar dit weigeren als de buurman al enige tijd van dit pad gebruik maakt?
De wet bepaalt dat degene die met een huurder duurzaam samenwoont, maar niet de partner van de huurder is, aanspraak kan maken op medehuurderschap. Het feit dat de inwonende zoon van huurster regelmatig overlast verzorgt in het gehuurde is geen grond om het verzoek tot medehuurderschap af te wijzen.
De Hoge Raad heeft op 10 augustus 2012 (LJN: BW5324) geoordeeld dat bij bevrijdende verjaring een bezitter van een stuk grond waarvan hij niet de eigendom heeft, de jaren die zijn rechtsvoorganger de grond bezat bij zijn eigen bezit mag optellen.
Het komt met regelmaat voor dat een eigenaar van een perceel gebruik wil maken van het perceel van zijn buurman om naar de openbare weg te gaan. Partijen kunnen dit contractueel regelen, bijvoorbeeld door het vestigen van een erfdienstbaarheid.
Rechtbanken stellen scherpere eisen aan de bouwlegesverordeningen van gemeenten.
In oktober 2011 heeft het Hof Leeuwarden een arrest gewezen over een opstalrecht op een recreatiewoning gelegen op gehuurde grond.
De rechtbank van Arnhem heeft bij vonnis van 7 juni 2011 een gebruiksovereenkomst in de plaats gesteld van een beëindigde huurovereenkomst die is aangegaan op grond van de Leegstandwet. De huurder is hierdoor in de gelegenheid gesteld vervangende woonruimte te zoeken. De huurovereenkomst is evenwel beëindigd.
De Hoge Raad heeft op 17 juni 2011 geoordeeld dat de gemeente Breda een aannemer niet mag verplichten koop-/aannemingsovereenkomsten af te sluiten conform het model van de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW).
Het Hof Den Bosch heeft op 19 april 2011 bepaald dat een eigenaar van een woning op een bungalowpark verplicht is om bij te dragen in de parkkosten ondanks dat hij hiertoe geen contractuele relatie heeft met de beheerder van het park.