TikTok vs Toklife - merkrechtelijk verwarringsgevaar?
In een recent merkengeschil doet de merkhouder TikTok een beroep op haar merkinschrijving voor TikTok voor onder meer cosmetische producten. Is er sprake van verwarringsgevaar?
In een recent merkengeschil doet de merkhouder TikTok een beroep op haar merkinschrijving voor TikTok voor onder meer cosmetische producten. Is er sprake van verwarringsgevaar?
Het kabinet heeft gisteren de strenge regels bekendgemaakt die in een wetsvoorstel uitgewerkt zullen worden om het concurrentiebeding verder aan banden te leggen. Hieronder licht ik de beoogde regels toe. Het zal nog even duren voordat deze regels wet zijn. Dat betekent wat mij betreft echter niet dat u nu kunt stilzitten. Nu het gebruik van een concurrentiebeding in de toekomst verder bemoeilijkt wordt, is er des te meer reden om in brede zin na te (blijven) denken: hoe beschermen wij onze bedrijfsgeheimen? Bijna alle ondernemingen hebben nog een slag te maken wat betreft de omgang met bedrijfsgeheime informatie. Vaak kan met relatief eenvoudige aanpassingen een effectievere strategie gehanteerd worden bij het omgaan met zulke informatie. Wilt u hier meer over weten, of even sparren? Neem vooral contact op!
Organisaties hebben in toenemende te maken met ‘belangenverstrengeling’ bij het nemen van besluiten en de voorbereiding/uitvoering daarvan. Niet alleen vanuit geldende wet- en regelgeving (inclusief branche- en beroepscodes), maar ook omdat we met z’n allen, als maatschappij, hoge verwachtingen hebben van integer handelen van organisaties en personen. Belangenverstrengeling kan een bedreiging zijn voor de integriteit van organisaties en hun leidinggevenden, zowel in het bedrijfsleven als in de (semi)publieke sector. Het is een lastig onderwerp waarbij het vertrouwen in de organisatie en degenen die daar werken op het spel staat. Voortdurend botsen verschillende belangen, wanneer is sprake van ongewenste belangenverstrengeling of de schijn hiervan? In deze blog schets ik de (arbeidsrechtelijke) kaders van belangenverstrengeling.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».
Is de reclame-uiting “Bespaar op je stookkosten!” misleidend? De toetsing van reclame uitingen
Een executiegeschil kan worden gestart over de vraag of dwangsommen zijn verbeurd die eerder door de rechter zijn opgelegd. Wij bespreken de kaders.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor pgb-aanbieders.
Beoordeling misleidende reclame; is reclame voor de “Nissan Qashqai met e-Power” misleidend door de suggestie dat deze auto volledig elektrisch is?
Uit recente rechtspraak wordt het grote belang duidelijk van een goede product bescherming. Hoe bescherm je de naamgeving en het uiterlijk van de verpakking?
Op 2 mei jl. heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een pensioenkwestie tussen het pensioenfonds StiPP en een door de gemeente opgerichte personeelsvennootschap waar medewerkers die vallen onder de reikwijdte van de Participatiewet in dienst zijn (Zuidhoek-Flex). StiPP is door het Hof in het ongelijk gesteld. Een uitspraak die zeker ook impact kan of zal hebben op de pensioensituatie van andere gemeenten en werkbedrijven met zo’n personeelsvennootschap.
Het Hof van Justitie heeft in een arrest op 4 mei 2023 geoordeeld dat het privacyrechtelijke inzagerecht ruim moet worden uitgelegd. Het doel van het inzagerecht is om te kunnen controleren of gegevens rechtmatig worden verwerkt en om zo nodig rechten uit te kunnen oefenen. Dat kan alleen als de verstrekte informatie volledig en begrijpelijk is en - waar nodig - in de juiste context wordt geplaatst. Dit maakt dat vaker dan tot op heden gebruikelijk in Nederland ook kopieën van de onderliggende documenten moeten worden verstrekt.
De rechtbank Amsterdam heeft recent uitspraak gedaan in een, tussen een in de Verenigde Staten gevestigde onderneming en een Nederlandse onderneming, gerezen geschil over eigendom van data. De rechtbank oordeelt dat naar Nederlands recht eigendom op data niet mogelijk is, maar wel op de fysieke documenten waar data/digitale gegevens een onderdeel van kunnen vormen.