Annotatie van Tom van Malssen gepubliceerd in Gezondheidszorg Jurisprudentie
Annotatie bij Scheidsgerecht Gezondheidszorg, 07-03-2019, GJ 2019/110.
Annotatie bij Scheidsgerecht Gezondheidszorg, 07-03-2019, GJ 2019/110.
Het HagaZiekenhuis heeft vandaag de eerste Nederlandse geldboete onder de AVG ontvangen omdat zij onvoldoende passende maatregelen heeft getroffen om patiëntendossiers intern te beveiligen. Het is de eerste boete die de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) uitdeelt op basis van de AVG.
De tijd is rijp voor een herbezinning op de dogmatische aannames die ten grondslag liggen aan het gezondheidsrecht als functioneel rechtsgebied. Aannames die zich primair manifesteren in de kwalificatie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als patiëntenrechtenvehikel en niet als (eerst en vooral) een wederkerige overeenkomst tussen twee partijen.
Op 1 februari jl. heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen de vier grootste zorgverzekeraars van Nederland (VGZ, Menzis, CZ en Zilveren Kruis). de rechtbank oordeelde onder andere dat de zogenaamde vlaktaks (een standaardkorting van 25% bij niet-gecontracteerde zorg) niet toegestaan is. De Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad volgt de Rechtbank Gelderland in dit oordeel.
De afgelopen maanden zijn verschillende uitspraken gewezen in kwesties waarin de werknemer het slapende dienstverband beëindigd wenste te krijgen, in het bijzonder met het oog op het verkrijgen van een transitievergoeding.
Met ingang van 1 april 2019 wijzigt de Wet BIG. BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren zijn dan verplicht hun BIG-nummer publiekelijk te vermelden. Naar aanleiding van forse bezwaren vanuit het veld tegen de snelle invoering en de brede reikwijdte van de verplichting, gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voorlopig niet handhavend optreden wanneer het BIG-nummer niet zichtbaar is vermeld.
Op 4 maart 2019 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een interessant arrest gewezen over frauduleus handelen door een PGB-zorgverlener.
Recent is een wetswijziging ingediend waardoor de orthopedagoog-generalist zal worden toegevoegd aan het BIG-register. Dat betekent dat straks ook orthopedagoog-generalisten onderworpen zijn aan het medisch tuchtrecht. Waarschijnlijk treedt deze wijziging in werking samen met de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz in 2020.
Het besluit, dat gaat over de toepassing van de subjectieve vrijstelling voor de vennootschapsbelasting van zorgorganisaties, bevat naast een actualisering, een aantal nieuwe beleidsstandpunten en een overgangsmaatregel. Hiermee wordt getracht beter aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de zorgsector.
De rechtbank Gelderland heeft op 1 februari 2019 uitspraak gedaan in de procedure die de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze in december 2017 aanhangig heeft gemaakt tegen VGZ en Menzis, en waarin Zilveren Kruis en CZ later zijn ‘tussengekomen’ c.q. zich hebben gevoegd. De uitspraak laat zien dat het huidige vergoedingsbeleid niet gehandhaafd kan blijven. Zo is het hanteren van een zogenaamde ‘vlaktaks’ (bijna alle zorgverzekeraars passen een generieke korting van 25% toe bij niet-gecontracteerde zorg) volgens de rechtbank niet toegestaan. Verder blijkt uit de uitspraak dat het uitgangstarief gekoppeld moet zijn aan de daadwerkelijke kosten gecontracteerde zorg en dat zorgverzekeraars geen gebruik mogen maken van een ongewogen gemiddeld gecontracteerd tarief.
Dit jaar hanteren bijna alle zorgverzekeraars een cessieverbod en een verbod op directe betaling op rekening van de zorgaanbieder. Dit leidt niet alleen tot verspilling van duizenden euro’s aan zorggeld, maar ook tot grote problemen voor zorgaanbieders en patiënten. Het ministerie van VWS lijkt totaal geen zicht te hebben op de gevolgen die het cessieverbod heeft voor de marktverhoudingen.
In een uitspraak van de Zeeland-West-Brabant van vrijdag 11 januari jl. bevestigt de rechter het grote belang van rechtstreekse betaling door zorgverzekeraars aan niet-gecontracteerde verslavingszorgklinieken. Dit naar aanleiding van het door CZ en Menzis ingestelde cessieverbod en het verbod op rechtstreekse betaling aan zorgaanbieders. Zorgverzekeraars zullen deze niet-gecontracteerde zorgaanbieders een betaalovereenkomst moeten aanbieden. Doen zij dat niet dan zal dat al snel betekenen dat onrechtmatig wordt gehandeld, zo blijkt uit de uitspraak.