Advies aan Hoge Raad over huurkorting en corona
Bij conclusie van 30 september 2021 adviseert procureur-generaal Wissink de Hoge Raad over beantwoording van de prejudiciële vragen over Corona en Huur.
Bij conclusie van 30 september 2021 adviseert procureur-generaal Wissink de Hoge Raad over beantwoording van de prejudiciële vragen over Corona en Huur.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de reikwijdte van het welbekende Zonhofje I-arrest uitgebreid: hoofdhuurovereenkomsten van woonruimte in de vrije sector die in de sociale sector worden onderverhuurd, volgen het huurrechtregime voor sociale huurovereenkomsten met ver(der)gaande huurbescherming!
In zijn arrest van 16 juli 2021 heeft de Hoge Raad uitgelegd hoe de wettelijke bepaling over ‘niet redelijk voordeel’ (art. 7:264 lid 1 BW) moet worden uitgelegd. Eerst moet gekeken worden of de bedongen prestatie uitsluitend of voornamelijk het belang van de verhuurder dient. Als dat niet zo is, moet de omvang van het voordeel voor de huurder worden bepaald en afgewogen tegen de kosten die de verhuurder rekent.
Per 1 april 2021 is de Wet Tijdelijke Huurkorting in werking getreden. Wat houdt deze wet nu eigenlijk in? In dit artikel vertellen we u hier meer over.
De nieuwe wet Maximering Huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten bepaalt dat gedurende drie jaren na inwerkingtreding van de wet de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector wordt gemaximeerd op de inflatie plus 1 procentpunt. In de praktijk betekent dit voor 2021 een toegestane huurverhoging van maximaal 2,4%.
In haar uitspraak van 31 maart 2021 heeft de rechtbank Limburg prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over diverse vraagstukken met betrekking tot Corona en Huur. We vatten de vragen van de rechtbank even kort samen.
Wat voor rol speelt overheidssteun die de huurder ontvangt bij de vaststelling van de hoogte van de huurkorting als gevolg van corona? De rechtbank Gelderland oordeelt dat huurder aanspraak kan maken op TVL en dat de huurkorting daardoor lager uitvalt.
Op 29 januari jl. is de tweede uitspraak in een bodemprocedure over huurprijsvermindering voor een horecahuurder als gevolg van de Coronamaatregelen gepubliceerd. De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een huurder – die een hostel exploiteert – recht heeft op een huurprijsvermindering van 42%.
Inmiddels zijn we ruim een halfjaar verder sinds de eerste coronamaatregelen zijn ingegaan. Na een korte versoepeling zijn eind september 2020 wederom nieuwe maatregelen van kracht geworden in verband met de ‘tweede coronagolf’. In dit kennisartikel bespreken we hoe rechters de afgelopen maanden hebben geoordeeld over de kwalificatie van de Coronacrisis als gebrek en onvoorziene omstandigheid. Verder bespreken we een uitspraak van afgelopen week waarin de rechter zich uitspreekt over de nieuwe maatregelen.
Afgelopen week oordeelt de rechtbank Noord-Nederland in kort geding dat de gedwongen sluiting van een café op grond van de Coronamaatregelen het huurgenot ontneemt. Dit vormt een gebrek waardoor huurder aanspraak kan maken op huurprijsvermindering, mits dit niet contractueel is uitgesloten. Verder bespreken we nog twee andere uitspraken, om zo een beeld te geven van hoe rechters omgaan met de Coronacrisis in huurverhoudingen.
Het gerechtshof Den Haag overweegt op 4 februari 2020 dat een huurovereenkomst en zorgovereenkomst een onlosmakelijk geheel vormen, waarbij de zorgverlening overheerst. Huurder heeft geen recht op huurbescherming.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch overweegt op 27 augustus 2019 dat een huurovereenkomst en zorgovereenkomst onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De poging van de huurder om de zorgovereenkomst afzonderlijk op te zeggen faalt: dat kan alleen als de huurovereenkomst ook wordt opgezegd.