Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 4 maart 2021 heeft het kabinet via internetconsultatie een concept wetsvoorstel bekend gemaakt. Het betreft een maatregel waarmee uitvoering wordt gegeven aan de tweede EU-richtlijn inzake anti-belastingontwijking (ATAD2). De maatregel zal met ingang van 1 januari 2022 in werking treden.
Op 29 maart 2021 is het consultatiedocument gepubliceerd door het ministerie van Financiën over de aanpassing van het fiscale regime voor de Commanditaire Vennootschap (CV), het Fonds voor Gemene rekening (FGR) en andere vergelijkbare buitenlandse vennootschappen. Hierin wordt voorgesteld om het toestemmingsvereiste voor de CV en het FGR af te schaffen, het open FGR te herdefiniëren in de wet en een aanvullende methode op te nemen voor de fiscale kwalificatie van buitenlandse vennootschappen. De wijzigingen zouden met ingang van 1 januari 2022 in werking moeten treden. Een dergelijke aanpassing zou grote fiscale gevolgen voor de praktijk met zich kunnen meebrengen. In deze blog signaleren wij alvast enkele belangrijke fiscale aspecten van het consultatiedocument voor de praktijk.
Hoe onredelijk het ook lijkt, bij thuiswerken gelden er andere fiscale regels voor vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers dan op kantoor. Nu we meer thuiswerken (mede dankzij Coronavirus) is het belangrijk te weten welke fiscale beperkingen en welke fiscale mogelijkheden er zijn voor vergoedingen en verstrekkingen aan de thuiswerker.
Door de crisismaatregelen wordt er (meer) thuisgewerkt door werknemers. Dankzij de goedkeuring van de Staatssecretaris kon tot 1 januari 2022, ondanks het thuiswerken, de vaste onbelaste reiskostenvergoeding aan werknemers worden gegeven.
Op 12 januari van dit jaar heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel “Bedrag ineens, regeling vervroegde uittreding (hierna: RVU) en verlofsparen” zonder nadere stemming aanvaard. Deze wet is een gevolg van het pensioenakkoord dat is gesloten tussen het kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties. Een van de drie onderdelen van deze wet is de introductie van een RVU-drempelvrijstelling. Concreet wordt met deze vrijstelling beoogd mogelijk te maken dat werkgevers in de 36 maanden voor het bereiken van de AOW-leeftijd aan werknemers een bedrag kunnen meegeven, zonder dat hierover RVU-heffing verschuldigd is. De RVU-heffing is, naast de normale inhoudingen, verschuldigd door de werkgever en bedraagt 52% van de uitkering aan de werknemer. In dit artikel bespreken wij enkele aandachtspunten met betrekking tot de nieuwe drempelvrijstelling.
Door verschil in fiscale kwalificatie van de Duitse Kommanditgesellschaft, kan dubbele belastingheffing ontstaan. Nederland en Duitsland hebben onlangs overeenstemming bereikt over een oplossing voor deze dubbele belastingheffing.
De Staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit voorwaarden en richtlijnen opgenomen met betrekking tot de toepassing van de zorgvrijstelling in de vennootschapsbelasting door zorginstellingen. Hieronder vallen ook zorginstellingen die (ook) gebruik maken van een of meerdere zorg-BV’s. De termijn waarbinnen bestaande zorginstellingen onder bepaalde voorwaarden de gelegenheid krijgen hun statuten en governance overeenkomstig deze besluiten aan te passen, is bij een besluit van 17 december 2020 verlengd tot en met 31 december 2021. Hierdoor kan de zorgvrijstelling ook na 31 december 2021 van toepassing blijven.
Recentelijk heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op enkele vragen die zijn ontstaan over Nederlandse belastingheffing van sociale zekerheidsuitkeringen die toekomen aan een persoon die in Portugal woont. In dit artikel wordt aan de hand van de antwoorden van de Hoge Raad en specifiek in de context met Portugal gekeken wanneer Nederlandse belastingheffing over sociale zekerheidskuitkeringen niet is toegestaan.
In een recente uitspraak heeft Hof Den Haag uitleg gegeven aan het bestuurdersbegrip in het belastingverdrag Nederland – Luxemburg. Op grond van dit verdrag dient Nederland voorkoming van dubbele belastingheffing te verlenen over de gehele bestuurdersbeloning die een inwoner van Nederland ontvangt voor zijn werkzaamheden in een in Luxemburg gevestigde vennootschap.
Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden, is in de praktijk een veelvoorkomende afspraak dat er juridische kosten worden vergoed. Op die manier kan de werknemer zich juridisch laten voorlichten over de inhoud en het gevolg van de vaststellingsovereenkomst, waarvoor de werkgever de kosten vergoed. Een andere afspraak is dat de werkgever kosten voor outplacement op zich neemt, zodat de werknemer gericht een nieuwe baan kan vinden. Vraag is of deze regelingen ook bij een topfunctionaris in het kader van de WNT kunnen worden opgenomen. Dit artikel behandelt deze vraag.
Voor de heffing van vennootschapsbelasting zijn verschillende maatregelen opgenomen om ongewenste handel in lichamen (zoals BV’s) met herinvesteringsreserves tegen te gaan. Eén van deze maatregelen is aan de orde in deze te bespreken uitspraak. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur de herinvesteringsreserve in 2011 terecht aan de winst van de BV heeft toegevoegd vanwege de aandelenoverdracht voorafgaand aan de aankoop van onroerende zaak.
In de praktijk wordt regelmatig een open fonds voor gemene rekening (hierna: open FGR) opgezet voor onder andere beleggings- en vermogensbeschermingsstructuren. De Belastingdienst stelt voor de kwalificatie van een open FGR doorgaans strenge eisen. Uit een uitspraak van Rechtbank Gelderland blijkt dat de Belastingdienst in de aanhangige casus de belangeneis van 90-10% voor een open FGR te strikt uitlegt.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.