Stuit het minimumuurtarief voor zelfstandigen op Europeesrechtelijke bezwaren?
Europeesrechtelijke bezwaren tegen minimumuurtarief voor zzp’ers in navolging van recent arrest HvJ EU over minimum- en maximumtarieven in Duitsland?
Europeesrechtelijke bezwaren tegen minimumuurtarief voor zzp’ers in navolging van recent arrest HvJ EU over minimum- en maximumtarieven in Duitsland?
Het komt regelmatig voor dat een afwijking van het bestemmingsplan wordt vergund met de zogenaamde kruimelgevallenregeling.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag bepaald dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor toestemming voor activiteiten. Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Een dergelijke toestemming op voorhand is niet (meer) toegestaan zo blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling van 29 mei 2019.
Op 28 maart 2019 heeft A-G Saugmandsgaard Øe een conclusie uitgebracht naar aanleiding van prejudiciële vragen van de Rechtbank Noord-Nederland aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. De A-G concludeert dat de luchtvaartmaatschappij de ticketprijzen van gedupeerde pakketreizigers niet hoeft terug te betalen wanneer hun pakketreis is geannuleerd, ongeacht de insolventie van de reisorganisatie.
Dinsdag 23 april 2019 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘spoedreparatie fiscale eenheid’ aangenomen. In eerdere blogs hebben wij reeds de aanleiding van dit wetsvoorstel besproken (zie de blogs ‘De per-element benadering & spoedmaatregelen fiscale eenheid’ van 5 september 2018 en ‘Eindoordeel Hoge Raad inzake per-element benadering’ van 22 oktober 2018). In deze blog zullen wij na een korte inleiding van de per-element benadering, de gevolgen van het wetsvoorstel inhoudelijk bespreken. Er is specifiek aandacht voor de gevolgen ten aanzien van de verschillende renteaftrekbeperkingen en het behoud van verrekenbare verliezen bij belangrijke wijzigingen in het (uiteindelijke) belang.
In het verleden is er regelmatig geprocedeerd over de vraag of een belanghebbende een vergunning van rechtswege had verkregen, omdat het bestuursorgaan niet tijdig een beslissing had genomen op de aanvraag. Niet zelden kwam die discussie voort uit een aanvraag die verstopt was in een ander document bijvoorbeeld een bezwaarschrift gericht tegen een handhavingsbesluit.
Verlening tijdelijke omgevingsvergunning is in strijd met evenredigheidsbeginsel uit Wet Bibob
Als het begrip “wonen” niet nader is gedefinieerd in het bestemmingsplan dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik en kunnen onder “wonen” diverse vormen van huisvesting worden begrepen.
Deze week werd een kort geding uitspraak gepubliceerd van de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2018 over de gasruzie tussen Gazprom en Naftogaz. Het is jammer dat de publicatie zo lang op zich heeft laten wachten, waardoor het onderwerp iets aan actualiteit heeft ingeboet. Omdat ik het toch wel bijzonder vind dat de Amsterdamse rechtbank een gastrolletje heeft mogen spelen in deze miljardenstrijd tussen giganten, en de nerd in mij jullie graag meeneemt in het Nederlandse beslag- en procesrecht, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om wat over deze uitspraak te schrijven.
Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.
Op grond van artikel 7.16 Waterwet is geen samenloop mogelijk van zowel schadevergoeding op grond van artikel 7.14 Waterwet als tegemoetkoming in planschade op grond van afdeling 6.1 Wro.
Een ‘verhulde’ aanvraag leidt niet zo gemakkelijk meer tot een vergunning van rechtswege. Dat kunnen we inmiddels wel afleiden uit de reeks uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling).