Planschade Midden-Groningen: het erf en de bomen
Gronden met een agrarische bestemming zijn geen onderdeel van het erf van een woning. Door toepasselijkheid Boswet verliest grond agrarische waarde.
Gronden met een agrarische bestemming zijn geen onderdeel van het erf van een woning. Door toepasselijkheid Boswet verliest grond agrarische waarde.
Beleidsvoornemen uit Streekplan niet verlaten dus aanleg buitenring voorzienbaar.
Geen planologisch nadeel De eigenaren van twee woningen verzochten om een tegemoetkoming in planschade vanwege de bouw van een 6 m hoog geluidscherm tegenover hun woningen. De geraadpleegde deskundige en de rechtbank oordeelden dat de plaatsing van de schermen ook al mogelijk was op grond van het oude bestemmingsplan. Deze schade was dus geen gevolg van het nieuwe bestemmingsplan. De Afdeling was het daarmee eens.
Op 23 juli 2021 heeft de Europese Commissie een verruiming van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) gepubliceerd. Lidstaten zijn hierdoor niet langer verplicht staatssteun aan de Commissie te melden wanneer die steun valt onder het toepassingsgebied van Europese investeringsprogramma’s en/of bedoeld is voor verduurzaming en digitalisering.
In mei van dit jaar kondigde de Minister aan dat 1 juli 2022 de nieuwe voorgenomen datum voor inwerkingtreding van de Omgevingswet is. Op 10 september jl. heeft de Minister een update gegeven van de stand van zaken, waarbij antwoord wordt gegeven op vragen van de zogenaamde Vaste Commissies. De datum van 1 juli 2022 staat (nog) steeds.
In een recent vonnis gaat de Utrechtse voorzieningenrechter in op de vraag wanneer een aanbesteder in afwijking van de hoofdregel mag gunnen op “laagste prijs”. Zoals in Utrecht al eens eerder was geoordeeld, kan dat ook bij complexere opdrachten zijn toegestaan. Verder gaat het vonnis in op de motivering die bij gunning op laagste prijs moet worden gegeven: bij afwijzing kan volgens de voorzieningenrechter niet kan worden volstaan met de kale mededeling dat een inschrijver niet de laagste prijs heeft aangeboden. De winnende prijs moet dan ook worden medegedeeld.
Het mededingingsrecht wordt regelmatig gebruikt als breekijzer om geschillen te beslechten. Zo ook in twee recente uitspraken van rechters in Nederland en Curaçao. De uitspraken illustreren dat het van belang is om een verweer tegen een creatief beroep op de mededingingsregels zorgvuldig te onderbouwen en stellingen van de wederpartij te betwisten.
Een aanvraag om nadeelcompensatie wordt op grondslag van de aanvraag beoordeeld; een te late aanvulling of wijziging van betekenis hoeft niet te worden behandeld. De schade wordt beoordeeld op basis van de vergunde aantallen dieren en niet op de hogere aantallen dieren die in strijd met de vergunning worden gehouden.
De Haagse voorzieningenrechter buigt zich in een recente zaak over de vraag of een strafbeschikking wegens omkoping – opgelegd door het Openbaar Ministerie – een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak is in de zin van de ‘verplichte uitsluitingsgronden’ uit de Aanbestedingswet 2012, zodat de omkoper zou worden uitgesloten. Daarnaast speelt de vraag of de omkoper ook een ‘ernstige beroepsfout’ heeft begaan, en of dat dan op zichzelf tot uitsluiting leidt nu de omkoping buiten de ‘terugkijktermijn’ plaatsvond en de strafbeschikking niet.
In haar uitspraak over de onteigening van een voormalige spoorwachterswoning kent de rechtbank Noord-Nederland vanwege de krapte op de woningmarkt een ‘premie uit handen breken’ toe.
De Afdeling oordeelt in deze uitspraak over nadeelcompensatie en over schade vanwege onrechtmatige besluiten. In beide gevallen: geen nadeel, geen causaal verband, dus geen vergoeding…
Na tien jaar procederen eindelijk duidelijkheid over planschade: geen waardevermindering, wel vergoeding voor duur procedure.