De beste ...! advertentie onder de loep van het reclamerecht
Mag men zomaar reclame maken met het 'beste product van het jaar'? Wij bespreken de juridische vereisten van dit soort reclame aan de hand van een recente uitspraak.
Mag men zomaar reclame maken met het 'beste product van het jaar'? Wij bespreken de juridische vereisten van dit soort reclame aan de hand van een recente uitspraak.
Doorlinken is vaak onderwerp van juridische procedures. In deze serie artikelen zetten wij de bestaande Nederlandse rechtspraak over doorlinken op een rij, vanuit handelsnaam- en merkrechtelijke invalshoek en de onrechtmatige daadsleer. Steeds gaat het daarbij om de vraag wanneer doorlinken met gebruikmaking van een bepaalde domeinnaam toelaatbaar is en wanneer niet.
Vandaag beslist het Hof van Justitie dat (de smaak van) Heksenkaas niet vatbaar is voor auteursrecht. Het Hof bakent hiermee het auteursrechtelijk domein duidelijk af...
Al eerder berichtten wij dat reclame m.b.t. de levertijden van producten door webshops niet misleidend mag zijn. Het gaat hierbij in wezen om reclame-uitingen waarin de garantie besloten ligt dat het online bestelde product binnen dezelfde dag nog wordt bezorgd.
Een overeenkomst komt tot stand wanneer de ene partij een aanbod doet, dat door de andere partij wordt geaccepteerd. Dit is in de digitale wereld in wezen niet anders dan in de analoge wereld. De aanvaarding van een aanbod ligt in de digitale wereld gecompliceerder. Wat als de online aanvaarding feitelijk door een onbevoegde is gedaan? In een recent gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland oordeelt de kantonrechter dat er wel degelijk een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, ondanks het feit dat de online aanvaarding door een stagiaire werd gedaan.
Een nieuwe episode in het kat-en-muisspel tussen auteursrechtorganisaties en 'illegaal' up- en downloaders van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de houder van een internetaansluiting aansprakelijkheid niet kan afhouden met de stelling dat ook andere gezinsleden toegang hebben tot het internet. Het recht op bescherming van het gezinsleven moet dan wijken voor het auteursrecht.
Inmiddels is het vaste rechtspraak dat houders van een Europees merk, de inbreuk in één lidstaat aan de kaak kunnen stellen maar wel ineens in één procedure een Europees verbod kunnen krijgen. Een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag over namaak Daniel Wellington horloges onderstreept dit nogmaals.
Wat is de maatstaf voor het kunnen leggen van bewijsbeslag bij gestelde onrechtmatige verkrijging en gebruik van bedrijfsgeheimen, en het inzien van beslagen stukken? Beantwoording van deze vraag is wezenlijk voor iedere onderneming die wenst te vernemen wat er mogelijk is als ex-werknemers, zakenrelaties of concurrenten die aan de haal gaan met know how, recepten of andere bedrijfsvertrouwelijke informatie. De Hoge Raad heeft op 28 september 2018 een aantal belangrijke regels gegeven hierover.
Wat deelt u als aanbestedende dienst mee bij de gunningsbeslissing? De Rotterdamse voorzieningenrechter oordeelde dat bij gunning op laagste prijs de prijs én de plaats in de rangorde niet bekend gemaakt hoeven te worden.
De Haagse Voorzieningenrechter oordeelde dat geen sprake is van rechtsverwerking als inschrijver een vraag heeft gesteld over het onderwerp waarover in kort geding wordt geklaagd. Hiermee wordt het belang voor een goede rechtsverwerkingsclausule in de aanbestedingsstukken onderstreept.
Een van de aanbestedingsregels waar je als inkoper bij het plaatsen van een overheidsopdracht wel eens tegenaan loopt is het clusterverbod. Het kan doelmatig zijn bepaalde opdrachten bij één opdrachtnemer weg te zetten. Het clusterverbod lijkt dit te verbieden, maar met de juiste motivering is samenvoegen toegestaan. In dit artikel bespreek ik aan de hand van een recente uitspraak wanneer samenvoegen is toegestaan en waar de motivering voor samenvoegen aan moet voldoen.
In twee recente arresten heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over het geval dat twee ondernemingen die inschrijven op een aanbesteding met elkaar verbonden. In het eerste arrest – “Lloyd’s of London” – stelt het Hof vast dat automatische uitsluiting niet is toegelaten. Uit het tweede arrest – “Šiauliai” – volgt dat verbonden ondernemingen niet zonder meer verplicht zijn om bij inschrijving/aanmelding openheid te geven over hun (concern)relatie. Bij twijfel over de zelfstandigheid van twee inschrijvingen kan de aanbestedende dienst echter niet stilzitten. Hij moet dan onderzoeken of de inschrijvingen daadwerkelijk zelfstandig zijn en moet – als dat niet het geval is – overgaan tot uitsluiting.