1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
3 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 110

Vastgoedexploitatie in privé: het einde van box 3 in zicht?

Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.

Onvoldoende parkeerplaatsen bij de concurrent: relativiteit?

Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.

Niet optreden tegen incidentele verhuur: wanneer mag dit?

Het verhuren van een regulier / normaal woonhuis als vakantiewoning is niet altijd toegestaan. Om hier als college met succes tegen op te kunnen treden, moet de verhuur in strijd zijn met het bestemmingsplan en moet voldoende duidelijk zijn wanneer er sprake is van méér dan incidentele verhuur.

aanwijzing als tijdelijke waterberging: meer duidelijkheid over voorrangsregeling artikel 7:16 Waterwet

Hoe moet de voorrangsregeling van artikel 7.16 Waterwet worden uitgelegd in het geval van een verzoek om planschadevergoeding vanwege de dubbelbestemming "Tijdelijke waterberging"? De Afdeling legt in deze uitspraak dat artikel 7.16 een voorrangsregeling bevat die inhoudt dat indien een belanghebbende een schadevergoeding als bedoeld in artikel 7.14, eerste lid, Waterwet vraagt of kan vragen, afdeling 6.1 van de Wro niet van toepassing is. In de uitspraak komt verder het normaal maatschappelijk risico bij de aanwijzing als bergingsgebied aan de orde.

Tijdwinst legitiem argument voor toepassing van de coördinatieregeling

De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.

Opletten bij het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid!

Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt niet weg dat het college bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient na te gaan of wijziging van de oorspronkelijke bestemming uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, gerechtvaardigd is.

Wie is belanghebbende bij een bouwaanvraag?

Op 15 augustus 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nog eens herhaald in welke gevallen degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als belanghebbende bij de beslissing op dat verzoek kan worden aangemerkt.

Gegevens Belastingdienst geen dragend bewijs voor overtreding Europcar

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent geen (dwingend) wettelijk kader met betrekking tot de bewijsmiddelen en de bewijslastverdeling. Wel zijn hieruit een aantal regels van het bewijsrecht af te leiden. De onderzoeksplicht rust op het bestuursorgaan ( artikel 3:2 Awb en 7:11 Awb) en op de burger rust een informatieplicht (artikel 4:2 en 6:5 Awb). Vanuit het bewijsrecht bezien hoeft het bevoegde gezag een overtreding slechts aannemelijk te maken. In geval van bestraffende sancties wordt aan het bewijs van een overtreding strenge eisen gesteld. In een uitspraak van 1 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2561) is de vraag aan de orde of gegevens van de Belastingdienst door de RDW mogen worden gebruikt om een aan Europcar toegekende erkenning in te trekken.

1
...
5 6 7 8 9 10