Uitspraak Afdeling over voorwaardelijke verplichtingen
De Afdeling bestuursrechtspraak legt uit dat het in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig kan zijn om bestaand gebruik aan banden te leggen met voorwaardelijke verplichtingen.
De Afdeling bestuursrechtspraak legt uit dat het in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig kan zijn om bestaand gebruik aan banden te leggen met voorwaardelijke verplichtingen.
Binnen het bestuursrechtelijk gezondheidsrecht luisteren de regels nauw. Belanghebbenden moeten tijdig bezwaar aantekenen tegen bestuursrechtelijke besluiten indien zij het niet met die besluiten eens zijn. Besluiten krijgen immers na zes weken formele rechtskracht waardoor het niet meer mogelijk is tegen die besluiten op te komen. Wie als belanghebbende kan worden aangemerkt en vanaf welk moment de bezwaartermijn gaat lopen zijn in dit kader belangrijke vragen. Een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland illustreert hoe belangrijk het is om, ook in het sociaal domein, een goede basiskennis van het bestuursprocesrecht te hebben.
In de (kersverse) gemeente Eemsdelta heeft het college van B&W een maatwerkvoorziening individuele begeleiding verstrekt aan een cliënt in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Het betreffende pgb was gebaseerd op het tarief dat de gemeente voor het sociaal netwerk hanteert, een lager tarief dan de kostprijs voor ‘professionele zorg’ betaalt. De cliënt tekent tegen dit besluit bezwaar aan. De cliënt koopt weliswaar bij zijn moeder zorg in, maar zijn moeder is in dit geval tevens een professioneel zorgverlener. In deze uitspraak verduidelijkt de Centrale Raad van Beroep (hierna: Raad) dat een professionele zorgverlener geen aanspraak maakt op het ‘professionele’ uurtarief indien die zorgverlener tot het sociale netwerk van de cliënt behoort.
Bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient in beginsel de aanvaardbaarheid van alle nieuwe planologische mogelijkheden te worden beoordeeld, niet alleen die van de ontwikkeling ten aanzien waarvan om een wijziging is verzocht. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021.
Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2085) blijkt eens te meer dat initiatiefnemers en bestuursorganen goed moeten opletten als bij de verlening van een natuurvergunning gebruikt wordt gemaakt van extern salderen.
Gebiedsfonds, omgevingsfonds, duurzaamheidsfonds… allerlei benamingen voor fondsen waarvoor de gemeente in een anterieure overeenkomst een financiële bijdrage kan vragen. Het overeenkomen van een financiële bijdrage in een anterieure overeenkomst geschiedt in principe op vrijwillige basis. Onder omstandigheden mag planologische medewerking echter worden geweigerd wanneer initiatiefnemers weigeren een anterieure overeenkomst te tekenen die strekt tot betaling van een financiële bijdrage. Doorslaggevend is of er bij weigering van betaling sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening, zo volgt ook uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 26 augustus 2021.
In de JOR 2021/124 is een annotatie verschenen van Chantal van den Borne bij een spraakmakende en verstrekkende uitspraak van de Commissie van Beroep KiFiD over variabele rente bij doorlopend krediet in een ABN AMRO zaak (2021-0015).
De Afdeling heeft op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan ‘Dennenheuvel 2020’. Daarin heeft zij geoordeeld dat niet in de planregels hoeft te worden opgenomen dat de nieuwbouw aardgasvrij wordt gerealiseerd en dat er geen aanleiding is voor het oordeel dat de gevolgen voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid zouden zijn onderschat door het gebruik van de AERIUS Calculator in het stikstofonderzoek.
Op 9 juli 2021 heeft een gemengde kamer, met daarin de presidenten van de CRvB en de CBb, en de voorzitter van de ABRvS, geoordeeld dat de bestuursrechter vanaf nu niet langer meer ambtshalve toetst of voorgaande rechtsmiddelen tijdig zijn ingesteld.
De regering dient voor de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid die gelden voor de bouw en het gebruik van windturbines een milieubeoordeling te maken. Zolang de regering deze beoordeling nog niet heeft gemaakt, mogen deze normen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet worden gebruikt. Dit blijkt uit de tussenuitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 30 juni 2021.
De raad van de gemeente Altena heeft een paraplubestemmingsplan vastgesteld, waarmee in de gehele gemeente het bewonen van een pand door meer dan één huishouden aan banden wordt gelegd. (Mede)-eigenaars van panden waarin arbeidsmigranten zijn gehuisvest betogen terecht dat het plan overgangsrechtelijk niet goed in elkaar zit. De uitspraak is ook interessant omdat hierin wordt bevestigd dat een parapluplan een beheersverordening niet opzij zet.
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen kan het college van burgemeester en wethouders advies vragen aan de welstandscommissie of de Stadsbouwmeester. De beoordelingsruimte van het college – en van de welstandsadviseur – is afhankelijk van de mate waarin de bebouwingsmogelijkheden in het bestemmingsplan zijn uitgewerkt.