Valse handtekening en valse akte: wie moet wat bewijzen?
De Hoge Raad wees onlangs twee interessante arresten over een vermeend valselijk opgemaakte akte en een vermeend valse handtekening. Als gesteld wordt dat een onderhandse akte valselijk is opgemaakt, dan dient degene die dat stelt dit in beginsel te bewijzen. Niettemin heeft de rechter een grote vrijheid bij de waardering van het bewijs. Als stellig ontkend wordt dat het gaat om een authentieke handtekening, dan dient de andere partij het tegendeel te bewijzen. Op hem rust de bewijslast van de echtheid van de handtekening.