1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 79

Supermarkt vestigen op gronden met functieaanduiding ‘tuincentrum’

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich in uitspraken van 27 februari 2019 (casus 1) en 28 augustus 2019 (casus 2) gebogen over de vraag of een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de vestiging van een supermarkt op gronden bestemd voor 'Detailhandel' met de nadere (functie)aanduiding 'tuincentrum'. In beide uitspraken komt de Afdeling tot een andere conclusie.

Planschade Bronckhorst: bij planvergelijking moet ook de maximale invulling van tussenliggende gronden worden betrokken

Als de planologische mogelijkheden van andere gronden bij de planvergelijking moeten worden betrokken moet ook bij die gronden worden uitgegaan van de maximale invulling. Als de maximale invulling van een tussengebied het uitzicht vanaf een perceel belemmert leidt de planwijziging van het achterliggende gebied (voor wat betreft uitzichtverlies) niet tot een planologische verslechtering.

Zonneparken niet MER-(beoordelings)plichtig

Op 14 augustus 2019 deed de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak over een vergunning voor een zonnepark in Rouveen (ECLI:NL:RVS:2019:2770). In die uitspraak heeft de Afdeling duidelijk gemaakt dat de aanleg van een zonnepark niet is aan te merken als een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit MER.

Uitspraken Afdeling bestuursrechtspraak 29 mei 2019

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee uitspraken gedaan in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Conclusie is dat het PAS niet meer gebruikt wordt als basis voor toestemming voor activiteiten. Het PAS maakte het kortgezegd mogelijk om stikstof uitstotende activiteiten toe te laten, vooruitlopend op de positieve effecten van PAS-maatregelen. Hierna worden de twee uitspraken kort besproken.

De vergunning van rechtswege: einde aan de praktijk van verstopte aanvragen

In het verleden is er regelmatig geprocedeerd over de vraag of een belanghebbende een vergunning van rechtswege had verkregen, omdat het bestuursorgaan niet tijdig een beslissing had genomen op de aanvraag. Niet zelden kwam die discussie voort uit een aanvraag die verstopt was in een ander document bijvoorbeeld een bezwaarschrift gericht tegen een handhavingsbesluit.

Burgers, bouwers en bestuursorganen opgelet: zelfstandige gebruikswijziging aansluitend terrein mogelijk op grond van kruimellijst!

De “kruimelgevallenregeling” of “kruimellijst” neergelegd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”) is voer voor discussie en rechtspraak. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) van 20 februari 2019 staat de gebruikswijziging uit artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor centraal.

Onvoldoende parkeerplaatsen bij de concurrent: relativiteit?

Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.

Niet optreden tegen incidentele verhuur: wanneer mag dit?

Het verhuren van een regulier / normaal woonhuis als vakantiewoning is niet altijd toegestaan. Om hier als college met succes tegen op te kunnen treden, moet de verhuur in strijd zijn met het bestemmingsplan en moet voldoende duidelijk zijn wanneer er sprake is van méér dan incidentele verhuur.

Tijdwinst legitiem argument voor toepassing van de coördinatieregeling

De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.

Opletten bij het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid!

Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt niet weg dat het college bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient na te gaan of wijziging van de oorspronkelijke bestemming uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, gerechtvaardigd is.

1 2 3 4 5 6 7