Vrijstelling overdrachtsbelasting bij ‘ruziesplitsing’ van een BV
Rechtbank Gelderland 16 januari 2019, nr. AWB 17/6915
Rechtbank Gelderland 16 januari 2019, nr. AWB 17/6915
De “kruimelgevallenregeling” of “kruimellijst” neergelegd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”) is voer voor discussie en rechtspraak. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) van 20 februari 2019 staat de gebruikswijziging uit artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor centraal.
Uit het Koninklijk Besluit voor het Zuidasdok blijkt dat de wijze van planuitvoering niet tot in detail bekend hoeft te zijn en dat het ontwerp voor de uitvoering nog wijzigingen mag ondergaan. Maatgevend blijft het ruimtebeslag van het Tracébesluit. Verder een opmerkelijke overweging over de positie van de echtgenoot van de eigenaar.
Op 1 juli 2016 is de Wet Doorstroming Huurmarkt in werking getreden. Hiermee is een extra mogelijkheid voor de tijdelijke verhuur van woonruimte in het leven geroepen. Onder de voorwaarden van artikel 7:271 lid 1 BW kan woonruimte tijdelijk worden verhuurd. Het gaat om de zogenaamde “kortdurende huurovereenkomst voor bepaalde tijd”. Bij een dergelijke kortdurende huurovereenkomst voor bepaalde tijd zal de huurder de woonruimte na afloop van de overeengekomen huurperiode moeten ontruimen. De huurder kan in dat geval geen aanspraak maken op huurbescherming.
Belanghebbende bemoeit zich actief met de bestemmingswijziging van zijn gronden in privé. Nadat de gronden een bestemmingswijziging hebben verkregen van de gemeente, zijn de gronden verkocht aan een projectontwikkelaar. Rechtbank Gelderland beslist dat het verkoopresultaat van deze gronden belast is als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1, omdat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De werkzaamheden van belanghebbende hebben namelijk bijgedragen aan de waardestijging van de gronden.
Wanneer zou het toelaatbaar moeten zijn om woningcorporaties tijdelijke huurkorting te geven? Zijn er alternatieven om een huurkorting te verstrekken?
In de Omgevingswet is nu een hoofdstuk opgenomen over Grondexploitatie. Dat hoofdstuk is achterhaald met het wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom. In de plaats van grondexploitatie krijgen we alleen nog te maken met het instrument van kostenverhaal. Wat betekent dat voor u?
Als het begrip “wonen” niet nader is gedefinieerd in het bestemmingsplan dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik en kunnen onder “wonen” diverse vormen van huisvesting worden begrepen.
In de praktijk komt het regelmatig voor dat samenwoners gezamenlijk een woning in eigendom verkrijgen, hiervoor gezamenlijk een hypothecaire geldlening aangaan én dat één van de partners bij de verkrijging van deze gezamenlijke woning meer eigen geld heeft ingebracht (meer-inbreng) dan de ander. Door de meer-inbreng ontstaat een vergoedingsrecht van die ene partner op de andere partner. Ingeval de samenwoners gaan trouwen zonder voorafgaand huwelijksvoorwaarden te maken, wordt de meer-inbreng gehalveerd!
De Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) heeft diverse gemeenten in Nederland gewaarschuwd dat zij in het verleden mogelijk het kartelverbod hebben overtreden. Hoewel de ACM laat weten dat de overtredingen inmiddels zijn beëindigd, kan niet worden uitgesloten dat betrokken gemeenten aansprakelijk zijn voor de schade van benadeelde ontwikkelaars.
Een eigenaar bemoeit zich actief met de bestemmingswijziging van zijn gronden in privé. Nadat de gronden een bestemmingswijziging hebben verkregen van de gemeente, zijn de gronden verkocht aan een projectontwikkelaar. Rechtbank Gelderland beslist dat het verkoopresultaat van deze gronden belast is als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1, omdat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De werkzaamheden van de man hebben namelijk bijgedragen aan de waardestijging van de gronden.
De onteigeningswet schrijft niet voor dat de met de voordracht tot onteigening in te dienen stukken, waaronder de zakelijke beschrijving, al klaar moeten zijn op het moment van het verzoekbesluit. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht wil gronden onteigenen om ter plaatse een uitwerkingsplan voor woningbouw te realiseren. De eigenaren zijn het er niet mee eens en dienen een zienswijze in. In deze signalering bespreek ik kort de belangrijkste overwegingen van de Kroon.