Overzicht ruimtelijke discussiepunten zonneparken
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen voor twee zonneparken in de gemeente Borger-Odoorn “goedgekeurd”.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen voor twee zonneparken in de gemeente Borger-Odoorn “goedgekeurd”.
Als de feitelijke hoogte van een gebouw hoger is dan de maximale bouwhoogte onder het oude regime moet worden uitgegaan van de (latere) maximale bouwhoogte. Dat oordeelt de Afdeling in haar uitspraak van 9 oktober 2019.
Het KB Spooromgeving Geldermalsen maakt duidelijk dat geen sprake is van een werkterrein als ter plaatse werken worden uitgevoerd. Ook komen in dit KB de positie van de Staatssecretaris en ProRail aan de orde.
Als de planologische mogelijkheden van andere gronden bij de planvergelijking moeten worden betrokken moet ook bij die gronden worden uitgegaan van de maximale invulling. Als de maximale invulling van een tussengebied het uitzicht vanaf een perceel belemmert leidt de planwijziging van het achterliggende gebied (voor wat betreft uitzichtverlies) niet tot een planologische verslechtering.
Als het bestuursorgaan de vaststelling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico niet goed motiveert kan de rechter het normaal maatschappelijk risico zelf vaststellen. Van een terughoudende toetsing is in zo’n geval geen sprake.
Gevolgen van projectplan en peilbesluit tellen niet mee bij beoordeling of belangen rechthebbende onteigening vorderen…
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag bepaald dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor toestemming voor activiteiten. Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Een dergelijke toestemming op voorhand is niet (meer) toegestaan zo blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling van 29 mei 2019.
Compenseren van planschade in natura? Neem altijd een termijn op! Verder: ga niet te snel uit van passieve risicoaanvaarding, leert de Afdeling bestuursrechtspraak in de uitspraak Waalwijk d.d. 27 maart 2019.
De blootstellingsduur is een geschikt objectief criterium om het aspect geurhinder te beoordelen. En technische innovaties kunnen als normale maatschappelijke ontwikkeling, en dus ook het normale maatschappelijke risico, worden beschouwd.
De “kruimelgevallenregeling” of “kruimellijst” neergelegd in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (“Bor”) is voer voor discussie en rechtspraak. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) van 20 februari 2019 staat de gebruikswijziging uit artikel 4 lid 9 van bijlage II Bor centraal.
Bestemmingsplanprocedures duren in de praktijk vaak langer dan wettelijk is toegestaan. Dat heeft grote gevolgen voor een initiatiefnemer. De beoogde ontwikkeling is planologisch nog niet mogelijk en er kunnen nog geen omgevingsvergunningen worden verleend voor het gewenste initiatief. Voor sommige projecten, bijvoorbeeld de realisatie van zonneparken, kan vertraging in de ruimtelijke spoor ook grote gevolgen hebben voor het kunnen verkrijgen van een subsidie voor Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE). In het verlengde hiervan rijst de vraag wat er juridisch kan worden ondernomen als een wettelijke beslistermijn wordt overschreden? Een uitspraak van 6 februari 2019 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft hiervan een goede illustratie.
De Omgevingswet en onderliggende AMvB’s staan al een tijd in de steigers. Nu is ook de onder de AMvB’s liggend ontwerp-Omgevingsregeling gereed. Deze is tot en met 8 maart 2019 in consultatie. Iedereen die dat wil kan in deze periode reageren op het ontwerp van de regeling. De regeling is bedoeld voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en overheden.