1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 905

Certificerende instelling niet aansprakelijk voor ontbreken adequate verzekering bij asbestsaneringsbedrijf

Een certificerende instelling behoeft niet op te komen voor het onvoldoende verzekerd zijn van een asbestsaneerder die een verontreiniging heeft veroorzaakt. De ‘adequate verzekering’ die destijds in de SC-530 was voorgeschreven, strekt uitsluitend ter bescherming van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s van het werken met asbest, en niet ter bescherming van het risico van de opdrachtgever op insolventie van de saneerder.

Gegevens Belastingdienst geen dragend bewijs voor overtreding Europcar

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent geen (dwingend) wettelijk kader met betrekking tot de bewijsmiddelen en de bewijslastverdeling. Wel zijn hieruit een aantal regels van het bewijsrecht af te leiden. De onderzoeksplicht rust op het bestuursorgaan ( artikel 3:2 Awb en 7:11 Awb) en op de burger rust een informatieplicht (artikel 4:2 en 6:5 Awb). Vanuit het bewijsrecht bezien hoeft het bevoegde gezag een overtreding slechts aannemelijk te maken. In geval van bestraffende sancties wordt aan het bewijs van een overtreding strenge eisen gesteld. In een uitspraak van 1 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2561) is de vraag aan de orde of gegevens van de Belastingdienst door de RDW mogen worden gebruikt om een aan Europcar toegekende erkenning in te trekken.

Verjaring en ruilverkaveling

Op 18 juli 2018 is in een verjaringszaak een uitspraak gedaan, waarbij ruilverkaveling roet in het eten heeft gegooid. Gedaagden dachten eigenaar te zijn geworden van stroken bermgrond middels bevrijdende verjaring. Echter, door een ruilverkaveling die heeft plaatsgevonden in 2010 is het litigieuze perceel toebedeeld aan de gemeente Stichtse Vecht. De rechtbank oordeelt dat hierdoor een nieuw recht van eigendom is toebedeeld aan de gemeente, zodat dit nieuwe recht geen boodschap heeft aan andere rechten. Een verjaringstermijn heeft dan ook geen invloed daarop.

Handhaving onevenredig ondanks grootschalig illegaal gebruik!

De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.

De billijke vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer

Het arbeidsrecht kent verschillende situaties waarin de rechter, naast de transitievergoeding, een additionele billijke vergoeding kan toekennen aan de werknemer. Zo kan de rechter een billijke vergoeding aan een werknemer toekennen wanneer diens werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, en de werknemer niet om vernietiging van de opzegging verzoekt maar om toekenning van een billijke vergoeding (artikel 7:681 BW). In het New Hairstyle-arrest heeft de Hoge Raad bepaald met welke omstandigheden rekening moet worden gehouden bij het vaststellen van de omvang van de billijke vergoeding van artikel 7:681 BW. Op 8 juni 2018 heeft de Hoge Raad opnieuw twee uitspraken gedaan over de billijke vergoeding. In deze uitspraken oordeelt de Hoge Raad dat de gezichtspunten uit het New Hairstyle-arrest niet alleen een rol spelen bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding van artikel 7:681 BW, maar ook bij het bepalen van de omvang van andere billijke vergoedingen. De eerste uitspraak ziet op de billijke vergoeding uit artikel 7:683 BW, dat wil zeggen de billijke vergoeding die de rechter in hoger beroep aan de werknemer kan toewijzen als alternatief voor herstel van de arbeidsovereenkomst. Deze uitspraak besprak ik in mijn blog van 2 juli 2018. De tweede uitspraak ziet op de billijke vergoeding uit artikel 7:671c BW, namelijk de billijke vergoeding die de rechter aan een werknemer kan toekennen als diens werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of heeft nagelaten en de rechter de arbeidsovereenkomst om die reden op verzoek van de werknemer ontbindt. Deze uitspraak bespreek ik in deze blog.

Aansprakelijkheid van medebezitters van dieren: meer duidelijkheid?

Een (in gemeenschap van goederen) getrouwd stel maakt, samen met hun dochter, een rit met een koets die wordt voortgetrokken door een paard. Op enig moment wordt het paard onrustig, waarna de man naast het paard gaat lopen om het te kalmeren. Als de situatie escaleert, rijdt de koets over de benen van de man waardoor hij ernstig letsel oploopt. Het gerechtshof buigt zich over de vraag of het beroep van verzekeraar op het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016 opgaat.

Van dubbele redelijkheidstoets naar triple redelijkheidstoets?

Op 25 juli 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) een belangrijke uitspraak gedaan over (toekenning van) de proceskostenvergoeding in het bestuurs- en omgevingsrecht.

Contracteren in varkens(Neder)land

Op 17 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure tussen Varkenshandel Dijk, hierna: “Varkenshandel”, en een eigenaar van een zeugfokbedrijf en varkenshouderij, hierna: “Boer X”. Partijen hebben langere tijd zaken met elkaar gedaan en hebben daarbij afspraken gemaakt over het financieren van een zeugenstapel voor het zeugfokbedrijf. Tussen partijen is discussie ontstaan over de te betalen prijs voor geleverde biggen, een eigendomsvoorbehoud en in het verlengde daarvan de rechtmatigheid van een gelegd beslag.

Euthanasie alleen bij glasheldere euthanasieverklaring: RTG legt voor het eerst berisping op aan arts na uitgevoerde euthanasie

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (RTG) heeft voor het eerst sinds de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) in 2002 een arts een berispring opgelegd wegens een uitgevoerde euthanasie bij een 74-jarige ernstig dementerende wilsonbekwame patiënte. Daarnaast riskeert de verpleeghuisarts in kwestie ook strafrechtelijke vervolging.

Pro rato toewijzing fosfaatrechten aan uitschaarder

Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.

1
...
45 46 47 48 49
...
76