Financieringen: legal opinions
In een internationale of cross-border financiering zal een financier vaak om een “legal opinion” eisen. Maar wat is een legal opinion eigenlijk?
In een internationale of cross-border financiering zal een financier vaak om een “legal opinion” eisen. Maar wat is een legal opinion eigenlijk?
Een zekerheidsrecht houden voor een ander kan niet zomaar. Daarom is de parallelle schuldconstructie in het leven geroepen. In deze blog kunt u lezen over de rol en taken van de zekerheidsagent en de werking en noodzaak van de parallelle schuld.
Een financier zal geen lening verstrekken zonder enige zekerheid van terugbetaling. Ter zekerheid van voldoening van de betalingsverplichtingen vraagt een financier om zekerheidsrechten. Welke zekerheidsrechten komen in Nederland vaak voor?
Recent onderzoek laat zien dat er nog steeds geen sprake is van een evenwichtige man/vrouw zetelverdeling aan de top van Nederlandse vennootschappen. In deze serie wordt in verschillende delen ingegaan op vragen als: hoe komt het dat nog geen sprake is van een evenwichtige zetelverdeling? Welke functie bedient het wettelijk streefcijfer? Welke invloed heeft (gender)diversiteit op (de prestaties van) vennootschappen? En: hoe kan een meer evenwichtige zetelverdeling worden bereikt? Deze serie is een verkorte voorpublicatie van mijn te verschijnen proefschrift. Neem voor meer informatie en advies contact op met Charlotte Perquin-Deelen. In deel 1 ga ik in op de recente cijfers.
De Hoge Raad wees onlangs twee interessante arresten over een vermeend valselijk opgemaakte akte en een vermeend valse handtekening. Als gesteld wordt dat een onderhandse akte valselijk is opgemaakt, dan dient degene die dat stelt dit in beginsel te bewijzen. Niettemin heeft de rechter een grote vrijheid bij de waardering van het bewijs. Als stellig ontkend wordt dat het gaat om een authentieke handtekening, dan dient de andere partij het tegendeel te bewijzen. Op hem rust de bewijslast van de echtheid van de handtekening.
De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat een raad van discipline geen bestuursorgaan is, maar een onafhankelijk bij wet ingesteld orgaan dat met rechtspraak is belast. Om die reden kan een derde-belanghebbende zich niet voegen in een klachtprocedure bij de raad van discipline.
In 2022 moeten instellingen mogelijk overstappen op het gebruik van alternatieve rentebenchmarks. Instellingen moeten zich bewust zijn van de risico’s en de belangen die bij die overgang een rol spelen.
In 2018 heeft de rechtbank Amsterdam besloten om in renteswapzaken prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad over het beroep op dwaling. Hiertoe heeft de rechtbank twee voorbeeldzaken geselecteerd, waaronder een zaak van Chantal van den Borne, advocaat bij Dirkzwager. Zij is hierin bijgestaan door cassatieadvocaat en collega Tom van Malssen. Op 8 maart 2019 heeft de Advocaat-Generaal (de A-G) de conclusie ingediend. Nu heeft ook de Hoge Raad geoordeeld. De Hoge Raad ziet af van beantwoording van de vragen omdat de zaak geschikt is. De achtergronden van deze uitspraak zijn echter anders dan de uitspraak doet vermoeden. In deze blog worden mede in het kader van het bredere, maatschappelijke belang, de achtergronden van deze zaak toegelicht.
Geen lening is hetzelfde. Ook niet een gestandaardiseerde LMA(light)-financiering. Wij zetten globaal wat belangrijke en veelvoorkomende smaken van LMA-financieringen uiteen.
In internationale financieringen en grote nationale financieringen wordt vaak gebruik gemaakt van “LMA-documentatie” of documentatie gebaseerd op deze LMA documentatie. Wat is LMA of LMA-light en waarom wordt van deze documentatie gebruik gemaakt?
De Ondernemingskamer heeft de bevoegdheid in te grijpen in het beleid van de vennootschap, onder meer middels de onmiddellijke voorzieningen (art. 2:349a BW). De vraag is of de Ondernemingskamer enkel van deze bevoegdheid gebruikmaakt in gevallen van 'flagrant wanbeleid'.
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.