1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 59

Onvoldoende parkeerplaatsen bij de concurrent: relativiteit?

Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.

Géén SDE-subsidie voor kruimelgevallenvergunningen

Een zonnepark kan vergund worden op basis van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). In dat geval wordt een vergunning verleend voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar. In een uitspraak van 4 april 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dit goed gekeurd. Op 19 september 2018 zijn de spelregels voor het verkrijgen van een Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) aangepast, waardoor een zonnepark dat gerealiseerd wordt met een kruimelvergunning niet (langer) subsidiabel is.

Tijdwinst legitiem argument voor toepassing van de coördinatieregeling

De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.

Handhaving onevenredig ondanks grootschalig illegaal gebruik!

De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.

De slag om de best zichtbare reclamemast

We kennen ze allemaal; de grote LED-reclamemasten van Interbest vaak pal naast de snelweg. Als er plannen zijn om daar direct naast een nieuwe reclamemast op te richten dan is Interbest er snel bij om de zichtbaarheid van haar masten veilig te stellen. Daarbij rijst de vraag of Interbest als belanghebbende kan worden aangemerkt. Bij die toets is relevant of zij “gevolgen van enige betekenis” van de concurrente mast ondervindt.

Parapluplan voor zonne-energie en zonneparken

Zonneparken schieten met het oog op de energietransitie als paddenstoelen uit de grond. Dit soort projecten kunnen op verschillende manieren planologisch worden ingepast. In Leeuwarden wordt met een parapluplan voor het gehele gemeentelijke grondgebied in één keer beoogd om belemmeringen weg te nemen voor het realiseren van zonne-energie- en zonnewarmteprojecten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) laat het plan in een uitspraak van 11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2338), met uitzondering van een deelgebied, in stand.

Weigering vergunning wegens aannemelijkheid voorgenomen strijdig gebruik

Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie o.a. de uitspraak van 16 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3538) dat bij de toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan niet slechts dient te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar dient mede te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt opgericht. Dit houdt concreet in dat een bouwwerk in strijd met de bestemming moet worden geoordeeld indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of mede zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarin de bestemming voorziet. Het komt niet met grote regelmaat voor dat op deze grond een aangevraagde vergunning wordt geweigerd, reden waarom in deze bijdrage kort wordt stilgestaan bij dit verschijnsel aan de hand van een uitspraak van 6 juni 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1829).

Inherente parkeervoorzieningen

Het komt in de praktijk vaak voor dat de planwetgever er voor kiest om in de gebruiksregels van een bepaalde bestemming expliciet te bepalen dat de betreffende gronden ook zijn bestemd voor “parkeren”. In de rechtspraak komt met enige regelmaat de vraag op of parkeren binnen bijvoorbeeld een bestemming “Wonen” is toegestaan als in de gebruiksregels niet is opgenomen dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor “parkeren”. Over deze vraag werd onlangs bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gediscussieerd tussen het college van b&w van de gemeente Sittard Geleen en een omwonende die opkomt tegen een verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van een studentenwoning.

Three strikes and you're in: artikel 6:19 Awb

Artikel 6:19 Awb regelt dat een nieuwe beslissing op bezwaar ter vervanging of wijziging van een eerdere beslissing op bezwaar die onderwerp van geschil is in hoger beroep ook betrekking heeft op dat nieuwe besluit. Welke gevolgen die regeling – die ambtshalve moet worden getoetst – heeft voor procespartijen wordt geïllustreerd in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

Een Decathlon met een kruimelvergunning; géén stedelijk ontwikkelingsproject

Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.

Procesrecht en Wabo weetjes: registratie in de postkamer is cruciaal en vervangen van een vloer is geen wijziging van de draagconstructie!

In een uitspraak van 21 maart 2018 zitten twee vermeldenswaardige weetjes op het gebied van bewijsrecht en vergunningvrij bouwen. In de postkamer van een gemeente moet een registratie plaatsvinden van de verzending van een besluit. Daarnaast oordeelt de Afdeling in deze uitspraak dat het vervangen van een houten vloer door een betonnen vloer geen aanpassing van de draagconstructie is, zodat hiervoor geen omgevingsvergunning is vereist.

1 2 3 4 5