1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 284

Bent u klaar voor de Wtza?

Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen. De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen worden geregeld in de AWtza. In dit artikel worden de belangrijkste veranderingen besproken die de Wtza met zich brengt voor zorgaanbieders.

Medewerkingsplicht van de IGJ is niet onbegrensd

De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) beschikt over bevoegdheden zodat zij onderzoek kunnen doen naar de naleving van de wetten waarop zij toezicht houden. Een niet onbelangrijke bevoegdheid betreft de medewerkingsplicht. Op grond van de medewerkingsplicht moet een ieder meewerken aan onderzoeken van toezichthouders zoals de IGJ. Het recht stelt echter, zoals een recente uitspraak van de Raad van State in het faillissementsdossier van MC IJsselmeerziekenhuizen illustreert, grenzen aan die medewerkingsplicht.

Aanwijzing van IGJ aan ‘groep zorgaanbieders’ mag niet van kortgedingrechter

Onlangs deed de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland een interessante uitspraak over een aanwijzing die de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) heeft opgelegd aan een zorgaanbieder waar verschillende zorgentiteiten bij aangesloten zijn. De uitspraak van de kortgedingrechter roept een aantal vragen op over de juridisch verantwoordelijkheid van jeugdhulpaanbieders die de feitelijke zorgverlening laten uitvoeren door andere entiteiten binnen hun groep.

Het belang van zorgaanbieders bij pgb-beschikkingen

Binnen het bestuursrechtelijk gezondheidsrecht luisteren de regels nauw. Belanghebbenden moeten tijdig bezwaar aantekenen tegen bestuursrechtelijke besluiten indien zij het niet met die besluiten eens zijn. Besluiten krijgen immers na zes weken formele rechtskracht waardoor het niet meer mogelijk is tegen die besluiten op te komen. Wie als belanghebbende kan worden aangemerkt en vanaf welk moment de bezwaartermijn gaat lopen zijn in dit kader belangrijke vragen. Een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland illustreert hoe belangrijk het is om, ook in het sociaal domein, een goede basiskennis van het bestuursprocesrecht te hebben.

Aanstaande wijziging van het woonplaatsbeginsel jeugdzorg

In de Jeugdwet is geregeld welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp, ook wel het woonplaatsbeginsel genoemd. Per 1 januari 2022 wordt het nieuwe woonplaatsbeginsel van kracht. Wat gaat precies veranderen en waarom?

Zorg inkopen via pgb’s. Wanneer is sprake van een sociaal netwerk?

In de (kersverse) gemeente Eemsdelta heeft het college van B&W een maatwerkvoorziening individuele begeleiding verstrekt aan een cliënt in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Het betreffende pgb was gebaseerd op het tarief dat de gemeente voor het sociaal netwerk hanteert, een lager tarief dan de kostprijs voor ‘professionele zorg’ betaalt. De cliënt tekent tegen dit besluit bezwaar aan. De cliënt koopt weliswaar bij zijn moeder zorg in, maar zijn moeder is in dit geval tevens een professioneel zorgverlener. In deze uitspraak verduidelijkt de Centrale Raad van Beroep (hierna: Raad) dat een professionele zorgverlener geen aanspraak maakt op het ‘professionele’ uurtarief indien die zorgverlener tot het sociale netwerk van de cliënt behoort.

Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza): Uitvoeringsbesluit Wtza en Uitvoeringsregeling Wtza (9)

Op 1 januari 2022 treden de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders (AWtza) in werking. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningsprocedure en stelt eisen aan de bestuursstructuur (onafhankelijke interne toezichthouder). De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de invoering van de Wtza en de als gevolg daarvan noodzakelijke technische overgangsregelingen zijn geregeld in de AWtza.

De RVU-drempelvrijstellingsregeling: toepassing op cao-niveau binnen de zorg

De RVU-drempelvrijstellingsregeling heeft ten doel om werkgevers meer mogelijkheden te geven om oudere werknemers. Hoewel de regeling een generieke insteek kent valt op dat cao-partijen aan de regeling een vooralsnog uitermate beperkte insteek toekennen. Een analyse van inzetten voor het cao-overleg en een recent gesloten onderhandelaarsakkoord binnen de zorgsector volgt in dit blog.

Vanaf 2022 nieuwe regels voor het registreren van medisch-specialistische zorg

De NZa heeft onlangs aangekondigd dat de regels voor het registreren van medisch-specialistische zorg (MSZ) per 1 januari 2022 zullen worden aangepast in die zin, dat de uitvoerende zorgverlener (de beroepsbeoefenaar die de zorg feitelijk levert) de zorgactiviteit op zijn eigen unieke AGB-code moet vastleggen. Dit geldt voor alle zorgprofessionals die onder een beroepsgroep vallen waarvoor een eigen unieke AGB-code aangevraagd kan worden. Dat zijn bijvoorbeeld medisch specialisten, maar ook physician assistants en verpleegkundig specialisten.

Selectieve vernietiging van het medisch dossier?

Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de patiënt aan de hulpverlener schriftelijk of elektronisch verzoeken om vernietiging van zijn medisch dossier (artikel 7:455 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek). De hulpverlener dient hier in principe gevolg aan te geven, tenzij een van de uitzonderingen van lid 2 van toepassing is. In een recente uitspraak heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg geoordeeld dat de hulpverlener er óók toe is gehouden om aan een verzoek om selectieve vernietiging van een specifiek(e) woord, zinsnede, alinea of onderdeel te voldoen, behoudens toepassing van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen. Deze uitspraak en de (praktische) gevolgen hiervan voor hulpverleners bespreek ik in dit blog.

Service Level Agreement (SLA): 4 tips voor betere SLA’s

In de meeste SLA’s staan beschikbaarheidsperscentages (99,99% per maand/jaar) en reactietijden bij incidenten centraal. Tegenwoordig lezen we ook over XLA’s waarin de vraag centraal staat hoe de klant de dienstverlening ervaart (X van eXperience). Dat is al beter maar gaat wat mij betreft niet ver genoeg. Bij SaaS diensten zou de continuïteit van dienstverlening voor de afnemer centraal moeten staan: een CSLA dus (C van continuïteit). In deze bijdrage ga pleit ik voor een andere benadering van SLA’s met focus op continuïteit van dienstverlening in plaats van beschikbaarheid en andere reactieve service levels en geef ik 4 tips hoe je dit aan kunt pakken.

1
...
9 10 11 12 13
...
24