Onderaannemer niet verder toegelaten op CAR dan contractueel overeengekomen met hoofdaannemer
Verzekeringsplichten in de bouw: onderaannemer niet verder toegelaten op CAR dan contractueel overeengekomen met hoofdaannemer.
Verzekeringsplichten in de bouw: onderaannemer niet verder toegelaten op CAR dan contractueel overeengekomen met hoofdaannemer.
Op 18 juli 2018 is in een verjaringszaak een uitspraak gedaan, waarbij ruilverkaveling roet in het eten heeft gegooid. Gedaagden dachten eigenaar te zijn geworden van stroken bermgrond middels bevrijdende verjaring. Echter, door een ruilverkaveling die heeft plaatsgevonden in 2010 is het litigieuze perceel toebedeeld aan de gemeente Stichtse Vecht. De rechtbank oordeelt dat hierdoor een nieuw recht van eigendom is toebedeeld aan de gemeente, zodat dit nieuwe recht geen boodschap heeft aan andere rechten. Een verjaringstermijn heeft dan ook geen invloed daarop.
Op 17 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure tussen Varkenshandel Dijk, hierna: “Varkenshandel”, en een eigenaar van een zeugfokbedrijf en varkenshouderij, hierna: “Boer X”. Partijen hebben langere tijd zaken met elkaar gedaan en hebben daarbij afspraken gemaakt over het financieren van een zeugenstapel voor het zeugfokbedrijf. Tussen partijen is discussie ontstaan over de te betalen prijs voor geleverde biggen, een eigendomsvoorbehoud en in het verlengde daarvan de rechtmatigheid van een gelegd beslag.
Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.
In een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant is een oudvaderlands voorpootrecht aan de orde. De gedaagde in die procedure stelt dat ondanks de titelzuiverende werking van de ruilverkaveling het oudvaderlands voorpootrecht in stand is gebleven. De rechtbank oordeelt dat een voorpootrecht bij ruilverkaveling gelet op de titelzuiverende werking teniet gaat, tenzij het voorpootrecht in de akte van toedeling wordt vermeld.
Een schadevergoedingsverplichting mag ex art. 6:100 BW worden verminderd met een opgekomen voordeel als is voldaan aan twee vereisten, zoals geformuleerd in het arrest ABB/TenneT. Van wie het voordeel is verkregen, is niet relevant.
Dat er asbestdeeltjes vrijkomen van verweerde golfplaten is te voorzien, dus is er geen dekking voor de saneringskosten onder de milieuschadeverzekering. De Rechtbank Den Haag oordeelt in een vonnis van 30 mei 2018 dat niet is voldaan aan de omschrijving van ‘emissie’ in de polisvoorwaarden.
Voorgenomen fusies of overnames (gezamenlijk: “concentraties”) mogen niet tot uitvoering worden gebracht, zolang deze (i) niet zijn aangemeld bij de Europese Commissie of nationale mededingingsautoriteiten (zoals de ACM) en (ii) zijn goedgekeurd (de zogenaamde “standstillverplichting”). In Nederland moeten zorgaanbieders hun voorgenomen concentratie ook met inachtneming van de standstillverplichting bij de NZa melden. Overtreding van de standstill-verplichting (een zogenaamde valse start, of gun jumping) leidt tot een boete van de bevoegde (mededingings)autoriteiten. In een recente uitspraak heeft het hof verduidelijkt welke voorbereidingshandelingen op een concentratie buiten de reikwijdte van de standstillverplichting vallen (en dus voor goedkeuring al zijn toegestaan).
De herziening van de Verordening 261/2004 is niet overbodig en zal de uniforme, effectieve en eerlijke uitleg tegen goede komen.
Geen doorbreking van de aansprakelijkheidsbeperking, want geen bewuste roekeloosheid van een asbestinventarisatiebureau dat boven de nog in gebruik zijnde versafdeling van een supermarkt geen systeemplafondplaten heeft opgetild.
Op 13 april 2018 heeft Kamerlid Dijkstra vragen gesteld aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de verschuldigdheid van financiële compensatie bij slechte weersomstandigheden. In dit artikel bespreekt Joanne Houwers de uitspraak die tot deze vragen hebben geleid.
Reaal behoeft geen dekking te verlenen onder een milieuschadeverzekering voor de kosten van een asbestsanering, omdat de asbestdeeltjes niet onvoorzien zijn vrijgekomen, waardoor niet is voldaan aan de omschrijving van ‘emissie’ in de polisvoorwaarden, zo blijkt uit een vonnis van de Rechtbank Den Haag van 25 april 2018.