Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft op 19 januari 2023 een Plan van aanpak gepubliceerd voor het versnellen van de processen en procedures voor de realisatie van nieuwbouwwoningen. Wij nemen u mee in de belangrijkste voorgestelde wijzigingen.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Op 14 april 2022 is het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet natuurbescherming en de Omgevingswet ingediend. Dit wetsvoorstel gaat over de zogenaamde ‘natuurcompensatiebank’, een register waarin uitgevoerde compenserende maatregelen worden geregistreerd, die kunnen worden ingezet bij de uitvoering van bepaalde projecten. De Afdeling advisering van Raad van State heeft in haar advies kritiek geleverd op dit wetsvoorstel. Zij uit haar zorgen over de zinvolheid van een natuurcompensatiebank en de vraag of er wordt voldaan aan de eisen van de Habitatrichtlijn.
Naar aanleiding van het Varkens in Nood-arrest van het Hof van Justitie en de daarop volgende uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de toegang tot de bestuursrechter bij milieurechtelijke besluiten heeft de wetgever een voorstel tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd voor internetconsultatie. Hiermee beoogt zij de Awb in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Aarhus.
Een tendens van de afgelopen jaren is dat steeds meer gemeenten beleid hebben vastgesteld voor de beoordeling van initiatieven om zonneparken te realiseren. Dat beleid kan grote consequenties hebben voor op dat moment al lopende aanvragen. Ook heeft dit beleid in de praktijk vaak tot gevolg dat meerdere initiatieven met elkaar moeten concurreren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 februari 2022 twee uitspraken gedaan over het fair play beginsel en de procedure voor vergunningverlening van zonneparken in de gemeente Drimmelen. De Afdeling is van oordeel dat niet alle aanvragen objectief en op een gelijke wijze zijn beoordeeld.
De kersverse Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge heeft laten weten dat de invoeringsdatum van de Omgevingswet op 1 juli 2022 niet verantwoord is. Opnieuw wordt de inwerkingtreding van de wet uitgesteld; vooralsnog tot 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.
In de periode 2015 tot en met 2019 was op grond van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) geen vergunning nodig voor activiteiten met een geringe stikstofuitstoot. In plaats daarvan konden bedrijven volstaan met een PAS-melding volstaan. De Coöperatie Mobilisation for the Environment (MOB) heeft bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek ingediend om alle PAS-meldingen openbaar te maken. De minister heeft vervolgens circa 3.500 meldingen openbaar gemaakt met de coördinatiepunten van de emissiebronnen. De locatiegegevens zijn niet verstrekt. Dit moet nu alsnog gebeuren.
De Regeling natuurbescherming is op 10 januari 2022 gewijzigd. Deze wijziging ziet op i) de actualisatie van de AERIUS Calculator, ii) de legalisering van PAS-meldingen en iii) de realisatie van een tijdelijke reservering van stikstofruimte voor woningbouwclusters. De wijziging is op 13 januari 2022 in werking getreden.
Op 25 juni 2020 concludeerde het Hof van Justitie in de Europese Unie (EU-hof) in de zaak Nevele dat voor de Vlaamse algemene milieuregels voor windturbines een plan-milieueffectrapportage (plan-mer) had moeten worden opgevoerd op grond van de Strategische Milieubeoordeling richtlijn (SMB-richtlijn). Het feit dat er geen plan-mer uitgevoerd is, is in strijd met de Europese regels en dient aangepast te worden. Naar aanleiding van dit Europese arrest, oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) dat de algemene milieuregels voor windturbineparken zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet toepasbaar zijn. Net zoals in België, is ook in Nederland onterecht geen plan-mer uitgevoerd bij totstandkoming van de regels.
Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2085) blijkt eens te meer dat initiatiefnemers en bestuursorganen goed moeten opletten als bij de verlening van een natuurvergunning gebruikt wordt gemaakt van extern salderen.