De enkele aanwezigheid van (niet-hechtgebonden) asbest in het gehuurde is een gebrek
In de wet is bepaald wat een gebrek vormt aan een verhuurde zaak. In beginsel vormen alle genotsbeperkingen die niet aan de huurder zijn toe te rekenen een gebrek.
In de wet is bepaald wat een gebrek vormt aan een verhuurde zaak. In beginsel vormen alle genotsbeperkingen die niet aan de huurder zijn toe te rekenen een gebrek.
De Hoge Raad heeft op 22 oktober 2010 besloten dat gemeenten geen marge van 5% meer mogen aanhouden bij het vaststellen van de WOZ-waarde van een woning. Volgens de Hoge Raad is dit in strijd met Europees recht. Door deze uitspraak kunnen woningeigenaren die geconfronteerd worden met WOZ-waardebepaling van de woning die maximaal 5% boven de werkelijke waarde van de woning ligt in bezwaar en beroep komen.
Op grond van artikel 6.13.2.8 van de algemene bepalingen ROZ winkelruimte doet een huurder afstand van zijn rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met de door of namens huurder aangebrachte veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huurperiode niet ongedaan zijn gemaakt.
Regelmatig twisten huurders en verhuurders over de vraag wie bij het einde van de huur de kosten van verwijdering van de reeds bij aanvang van de huur aanwezige voorzieningen en installaties dient te dragen. Zowel voor huurder als verhuurder is het dan zaak om bij de aanvang van de huur schriftelijk te hebben vastgelegd dat deze zaken al dan niet tot het gehuurde behoren en/of zijn overgenomen van de vorige huurder.
De ROZ-modellen voor de verhuur van winkel- en kantoorruimte bevatten zowel een omschrijving van het gehuurde (art. 1.1) als een beschrijving van de bestemming (art. 1.3). Voor de omvang van de rechten en verplichtingen over en weer maakt het verschil of de bestemming, bijvoorbeeld restaurantbedrijf, alleen is opgenomen in artikel 1.3 of ook in artikel 1.1.
Recentelijk heeft de rechtbank Zutphen zich uitgesproken over de zorgplicht van een taxateur tegenover de gebruiker van een taxatierapport (de bank), terwijl de bank niet de opdrachtgever van de taxateur was. Centraal staat in deze zaak de vraag of de taxateur onrechtmatig tegenover de bank handelt als het taxatierapport niet deugdelijk blijkt te zijn.
Het startmoment van de bouw is een belangrijk moment voor een aannemer en een koper. Zo is dit moment bepalend voor de betalingen waar de aannemer recht heeft, voor het bepalen van de datum van oplevering, maar ook het mogelijk verbeurd zijn van een boete. Op 9 juni 2010 oordeelde de Raad van Arbitrage wat nu eigenlijk onder “het starten van de bouw van een appartementencomplex” moet worden verstaan. Lees hier.In deze zaak stelden de kopers van een nieuwbouwappartement dat de bouw van het app...
Vitesse, haar private financiers en de Vrienden van Vitesse ( Vitesse c.s), hebben voor spraakmakende uitspraken gezorgd. Op basis van toezeggingen van (4 van de 5) leden van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland staken zij aanzienlijke bedragen in de club terwijl al snel na het doen van die toezeggingen bleek dat deze (door de weigering van provinciale staten daaraan mee te werken) niet konden worden waargemaakt. Vitesse c.s. stelden dat zij op het verkeerde been waren gezet en vo...
Vitesse, haar private financiers en de (Stichting) Vrienden van Vitesse, hierna: Vitesse c.s., hebben voor spraakmakende uitspraken gezorgd. Op basis van toezeggingen van (4 van de 5) leden van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland staken zij aanzienlijke bedragen in de club terwijl al snel na het doen van die toezeggingen bleek dat deze (door de weigering van provinciale staten daaraan mee te werken) niet konden worden waargemaakt. Vitesse c.s. stelden dat zij op het verkeerde been...
Op 1 november 2008 is het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, ook wel “het Gebruiksbesluit”, in werking getreden.
Het retentierecht is een machtig wapen voor een aannemer. Zeker in tijden van economische crisis waarin de betalingen van opdrachtgevers onder druk staan.
Verhuurders van winkelcentra worden steeds vaker geconfronteerd met huurders die aanspraak maken op schadevoeging als gevolg van de komst van een concurrent in het winkelcentrum. Deze winkeliers zijn van mening dat zij recht hebben op exclusiviteit binnen hun branche gedurende de huurperiode, ook al is dit niet nadrukkelijk in hun huurovereenkomst opgenomen.