Voucher in plaats van terugbetaling vliegtickets, mag dat?
De minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft opnieuw opheldering over de uitgifte van vouchers in plaats van terugbetaling van vliegtickets door luchtvaartmaatschappijen.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft opnieuw opheldering over de uitgifte van vouchers in plaats van terugbetaling van vliegtickets door luchtvaartmaatschappijen.
Op 30 april jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) een prejudiciële beslissing genomen die ziet op de uitleg van de artikelen 4 lid 3, artikel 5 lid 1 onder c en artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: Verordening).
In één van mijn vorige artikelen schreef ik dat het kabinet – hoewel dit niet in lijn is met Verordening 261/2004 – het tijdelijk gebruik van vouchers (‘coronavouchers’) gedoogt, omdat een passagier hierbij het recht behoudt op terugbetaling van zijn of haar ticket en hiermee wordt voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in nog grotere financiële nood komen te verkeren. Recentelijk hebben Kamerleden aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat aanvullende vragen gesteld over de coronavouchers die luchtvaartmaatschappijen uitgeven bij vluchtannuleringen wegens corona. In dit artikel geef ik de beantwoording van de minister weer.
Recentelijk heeft de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2020:2275) geoordeeld dat een capaciteitsreductie wordt aangemerkt als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 Verordening. Het interessante aan deze uitspraak is dat de rechtbank haar oordeel mede baseert op verschillende uitspraken van gerechten binnen de Europese Unie.
Gezien de bescherming die consumenten bij pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen genieten en de alternatieven die consumenten hebben bij het kopen van een los vliegticket, ziet de minister vooralsnog geen aanleiding om een garantiefonds vliegtickets in Nederland nader te onderzoeken.
In ons eerdere artikel hebben wij al stilgestaan bij de vraag of een staking door eigen personeel van de luchtvaartmaatschappij kan worden gezien als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Op grond van dit artikel hoeft een luchtvaartmaatschappij bij annulering of langdurige vertraging van een vlucht geen financiële compensatie te betalen aan de passagiers indien sprake is van een buitengewone omstandigheid en de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging of annulering te voorkomen dan wel te beperken. Overweging 15 van de considerans van de Verordening benoemt voorbeelden van buitengewone omstandigheden, waaronder een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag.
Op 19 maart 2020 heeft de Europese Commissie een tijdelijke kaderregeling aangenomen op basis waarvan lidstaten na haar goedkeuring staatssteun kunnen verlenen ter bestrijding van het nieuwste Coronavirus Covid-19. Op 3 april 2020 heeft de Europese Commissie het toepassingsbereik van de kaderregeling verruimd, zodat lidstaten ook mogelijkheden krijgen voor rechtmatige onderzoeks- & ontwikkelingssteun ter bestrijding van Coronavirus Covid 19.
Op grond van de wet ben je als webshopeigenaar verplicht om voorafgaand aan, en na de aankoop van een product, informatie te verstrekken aan de consument over onder andere de prijs van de aangeboden producten, de kenmerken van die producten en de wijze van betaling en levering.
Eerder schreven mijn collega Charlotte Gerrits en ik in deze reeks drie artikelen over het voorontwerp van het Wetsvoorstel betreffende de wijziging van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in verband met de invoering van regels omtrent de franchiseovereenkomst (hierna: het “Wetsvoorstel”). Naar aanleiding van de ontvangen reacties uit de internetconsultatie is het voorontwerp op een aantal punten aangepast. Sinds 10 februari 2020 ligt het Wetsvoorstel in aangepaste vorm bij de Tweede Kamer.
Aanbestedingskort gedingen gaan -in ieder geval bij de rechtbank Arnhem- door ondanks de Coronamaatregelen. De behandeling vindt uiteraard wel op aangepaste wijze plaats; pleitnota’s worden vooraf ingediend en de mondelinge behandeling gebeurt telefonisch. Zo blijkt ook uit een vonnis van 1 april waarbij de provincie Gelderland in het gelijk is gesteld in het kader van een aanbesteding voor onderhoud van bomen.
Een in de aanbestedingsstukken opgenomen verbod om negatieve prijzen aan te bieden betekent niet dat ook geen korting mag worden aangeboden. Temeer niet als in de inschrijfstaat een post ‘Korting’ is opgenomen (althans niet is verwijderd).
Indien een luchtvaartmaatschappij haar vlucht annuleert, dient zij de passagier een alternatieve vlucht aan te bieden of restitutie van het vliegticket. Als gevolg van de Corona-uitbraak bieden veel luchtvaartmaatschappijen hun passagiers nu een voucher aan die voor een bepaalde periode kunnen worden gebruikt voor de aanschaf van nieuwe vliegtickets. Hoewel dit niet in lijn is met Verordening 261/2004 ,vindt het kabinet het tijdelijk gebruik van vouchers een acceptabel alternatief, omdat een passagiers het recht behoudt op terugbetaling van diens ticket, en er wordt voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in nog grotere financiële nood komen.