Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
3 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
In een kamerbrief van 26 februari jl. wordt de Roadmap Route 2022 gepresenteerd. In dit document wordt aangegeven welke activiteiten nodig zijn om te komen tot een succesvolle implementatie van de Omgevingswet op weg naar de beoogde datum van inwerkingtreding per 1 januari 2022.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet de locatiegegevens in tien zogenoemde PAS-meldingen openbaar maken. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) geoordeeld in een uitspraak van 27 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:153).
Op 20 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) uitspraak gedaan in een handhavingszaak tussen het college van b&w van Utrecht (‘het college’) en een pandeigenaar (ECLI:NL:RVS:2021:101).
Op 8 januari 2021 is het ontwerp Besluit publiekrechtelijk afdwingbare financiële bijdragen gepubliceerd. Met de wijzigingen van het Omgevingsbesluit wordt de mogelijkheid nader ingevuld om in een omgevingsplan te bepalen dat een bijdrage wordt gevraagd voor de verbetering van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.
Planschade wordt niet vergoed als het risico daarop is aanvaard. Er is sprake van passieve risicoaanvaarding als de nadelige ontwikkeling bekend was op grond van een openbaar gemaakt concreet beleidsvoornemen. Daarvan kan ook sprake zijn in het geval van een mededeling in een gemeentelijke folder.
De planregels en de op de plankaart vermelde bestemming zijn beslissend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Een planregel moet letterlijk worden uitgelegd omwille van de rechtszekerheid. Bij het ontbreken van een definitie van een bepaling in de planregels kan aansluiting worden gezocht bij de definities van het begrip in andere wet- en regelgeving, dan wel het normale spraakgebruik. Bij het bepalen van het normale spraakgebruik zoekt de Raad van State aansluiting bij het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Deze systematiek kan in de praktijk tot uiteenlopende uitkomsten leiden onder meer bij woonvormen waarbij sprake is van een combinatie van wonen en zorg.
In eerdere Kamerbrieven heeft de minister al aangekondigd aan te koersen op een definitieve inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2020. Op 17 december 2020 is een ontwerp koninklijk besluit voorgehangen waarmee een volgende stap wordt gezet richting de besluitvorming over de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022.
Minister Ollongren heeft de Tweede Kamer op 13 november geïnformeerd over de vorderingen omtrent de voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 van de Omgevingswet. In de voortgangsbrief worden de volgende onderwerpen behandeld: wetgeving, de externe toetsing van het DSO-LV, implementatie, de Interbestuurlijke monitor van september en de interbestuurlijke afspraken over uitstel van de inwerkingtreding. Gemeenten en waterschappen krijgen extra tijd om de implementatie af te ronden.
Het Invoeringsbesluit hangt onder de Invoeringswet. Het besluit bevat, naast diverse aanvullingen en intrekking van bestaande besluiten zoals het Besluit ruimtelijke ordening, een nadere uitwerking van het overgangsrecht. De overgangsrechtelijke regelingen zijn van belang op het moment dat de Omgevingswet (Omgevingswet) in werking treedt. Bij het overgangsrecht hoort onder meer de bruidsschat. Dit is een set regels die betrekking heeft op onderwerpen die nu in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan en die straks bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in het omgevingsplan moeten worden geregeld. Verder vult het Invoeringsbesluit de 4 amvb's van de Omgevingswet aan; het Omgevingsbesluit (Ob), het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Bij brief van 16 oktober jl. beantwoordt Minister Ollongren (BZK) de vragen d.d. 21 september 2020 van de Eerste Kamer die zijn gesteld naar aanleiding van de voortgangsbrief Omgevingswet van 24 juni van dit jaar. Het is goed om te lezen dat hieruit niet blijkt dat Covid-19 roet in het eten gooit als het gaat om de beoogde datum van inwerkingtreding 1 januari 2022. Lees er hieronder meer over.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.