
Zorg & Recht Lezing: De invloed van cybersecurity op governance in de zorg
Hoe groot is de invloed van cybersecurity in de zorg en is binnen uw organisatie voldoende focus op veiligheid?
Jonathan Overes is sinds 2018 senior juridisch medewerker op de sectie Aansprakelijkheid en Verzekering. Jonathan werkt inhoudelijk samen met het team van advocaten bij de juridische dienstverlening aan cliënten. Daarnaast houdt Jonathan zich bezig met meer wetenschappelijke activiteiten voor de sectie.
Jonathan heeft voor zijn komst bij Dirkzwager vier jaar als advocaat gewerkt op de verzekeringssectie van een groot kantoor in Amsterdam, en daar ervaring opgedaan met het adviseren en procederen in diverse aansprakelijkheids- en verzekeringskwesties.
Jonathan doet verder één dag per week promotieonderzoek naar de juridische aspecten van brandverzekering, waarover hij een boek schrijft. Jonathan is daarbij verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (prof.mr. N. van Tiggele-Van der Velde).
- PhD Erasmus Universiteit Rotterdam over brandverzekering
Hoe groot is de invloed van cybersecurity in de zorg en is binnen uw organisatie voldoende focus op veiligheid?
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De tweede Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 30 juni.
Traditioneel praten we u ieder kwartaal bij over de actualiteiten in het aanbestedingsrecht. De derde Kwartaalupdate Aanbestedingsrecht van 2022 vindt plaats op 20 september.
Wim Weterings, Jonathan Overes en Daan Baas publiceerden een artikel over massaschade (de ‘WAMCA’) in het USLAW Fall Magazine 2021.
In het verzekeringsrecht geldt: 'de verzekering volgt het belang'. Op grond van art. 7:948 BW gaat een verzekering van een zaak op de verkrijger van de zaak over. De overgang duurt echter niet lang: binnen één maand moet de verkrijger aan de verzekeraar laten weten of hij de verzekering wil voorzetten, anders vervalt de verzekering alsnog. Als de verzekerde dit verzuimt te doen, kan de verzekeraar dekking weigeren, tenzij de verzekerde kan aantonen dat ook bij een tijdige voortzettingsverklaring de verzekering zou zijn voortgezet. Een recent arrest van het Hof Den Haag over deze materie laat opnieuw licht schijnen op deze juridische materie.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het beroep van een verzekeraar op de grenzen van een primaire dekkingsomschrijving in een verzekering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Het moet dan wel gaan om bijzondere omstandigheden. Dat de achterliggende gedachte achter een bepaalde dekkingsvoorwaarde in een concreet geval niet opgaat, maakt het beroep van een verzekeraar op die voorwaarde niet onaanvaardbaar.
Het Hof Den Haag heeft in een collectieve actie door Stichting Ombudsman Schadeverzekeringen tegen Achmea geoordeeld dat consumentenverzekeringen die de kosten van een contra-expert slechts vergoeden wanneer deze is geregistreerd bij het NIVRE of een vergelijkbare beroepsorganisatie in strijd met de wet zijn (art. 7:959 lid 1 BW). Dergelijke polisvoorwaarden zijn in zoverre onredelijk bezwarend en vernietigbaar en mogen door Achmea in zoverre niet meer worden gebruikt. Dit alles geldt echter niet (meer) voor zover de expertisekosten de verzekerde som overstijgen.
De supercell die op 23 juni 2016 over (zuidelijk) Nederland trok, is vermoedelijk de stormbui die in Nederland tot de meeste procedures ooit over verzekering van storm heeft geleid. Gisteren verscheen na ruim 3,5 jaar weer een nieuwe uitspraak over deze supercell, inmiddels de tiende uitspraak. Het betreft een arrest van het Hof Den Haag, waarin het hof afwijkt van het oordeel van de Rechtbank Den Haag in die zaak.
Massaschade leidt tot een aantal complicaties als het gaat om de verzekering ervan.
Een collectieve actie door Stichting Volkswagen Car Claim tegen onder andere Volkswagen en 56 Nederlandse autodealers naar aanleiding van de ‘Dieselgate’ is door de Rechtbank Amsterdam grotendeels ontvankelijk verklaard (ECLI:NL:RBAMS:2019:8741). De collectieve actie is gestart ten behoeve van bezitters van auto’s met sjoemelsoftware en gericht op het vaststellen van aansprakelijkheid en de mogelijkheid tot ontbinding van de koopovereenkomsten van de auto’s.
In geval van massaschade is er een grote groep van benadeelden met schade. Schadevergoeding per individueel geval vorderen en afwikkelen vergt dan veel tijd, geld en energie. Daarom is onlangs de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA) aangenomen.
Massaschade is schade die een grote groep gedupeerden lijdt naar aanleiding van één of dezelfde schadeoorzaak. Denk aan waardeverlies van beursgenoteerde aandelen, gezondheidsschade bij gebruikers van een gebrekkig medicijn of schade aan woningen als gevolg van een aardbeving. Het massale karakter maakt de afwikkeling van deze schade complex.
In het Shaken Baby-arrest (13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:601) heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over de uitleg van de standaard opzetuitsluiting die voorkomt in aansprakelijkheidsverzekeringen voor personen (AVP). Inmiddels is er voor het eerst na het Shaken Baby-arrest weer een gerechtelijke uitspraak gepubliceerd in een zaak over de standaard opzetuitsluiting. Het ging daar om een burenruzie waarbij een buurman zijn buurvrouw omver duwde en waarbij zij met haar hoofd op een tuintegel kwam met ernstig hersenletsel tot gevolg.
De Hoge Raad heeft op 22 maart 2019 uitgelegd wanneer de ‘objectieve’ verjaringstermijn van 20 jaar voor de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen (art. 6:174 BW) begint te lopen (ECLI:NL:HR:2019:412). Volgens de Hoge Raad begint voor art. 6:174 BW de 20 jaarstermijn pas te lopen zodra de gebrekkige toestand is opgehouden te bestaan.
Een leegstaand pand dat gesloopt zou worden, brandt af. De eigenaar wil uitkering van haar brandverzekeraars op basis van herbouwwaarde, en anders verkoopwaarde. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat in dit geval slechts recht bestaat op vergoeding van de sloopwaarde van het pand.