1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 83

Onvoldoende parkeerplaatsen bij de concurrent: relativiteit?

Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.

Tijdwinst legitiem argument voor toepassing van de coördinatieregeling

De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.

Opletten bij het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid!

Met het bestaan van de wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan mag de aanvaardbaarheid van de nieuwe bestemming binnen het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft in beginsel als een gegeven worden beschouwd indien is voldaan aan de bij het bestemmingsplan gestelde wijzigingsvoorwaarden. Dit neemt niet weg dat het college bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient na te gaan of wijziging van de oorspronkelijke bestemming uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, gelet op de betrokken belangen, gerechtvaardigd is.

Wie is belanghebbende bij een bouwaanvraag?

Op 15 augustus 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nog eens herhaald in welke gevallen degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als belanghebbende bij de beslissing op dat verzoek kan worden aangemerkt.

De bestemmingsregeling voor permanente bewoning van een recreatiewoning (deel 2)

De bestemmingsregeling voor recreatiewoningen houdt de gemoederen binnen de gemeente Epe flink bezig. Eind mei 2018 vernietigde de Afdeling een bestemmingsplan, waarin een verbod op permanente bewoning van een recreatiewoning was opgenomen en begin juni 2018 ging het weer mis: de Afdeling vernietigde een bestemmingsplan waarin de bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen werd geëist en het gebruik van de recreatiewoningen als tweede woning werd verboden. In dit kennisartikel bespreek ik deze laatste uitspraak.

De bestemmingsregeling voor permanente bewoning van een recreatiewoning

Geschillen over bestemmingsregelingen voor gebruik dat legaal is, maar door de gemeente ongewenst wordt beschouwd en daarom is wegbestemd zijn interessant, omdat de Afdeling stevige eisen stelt aan het wegbestemmen. Dat ondervond de gemeenteraad van Epe in een zaak over een permanent bewoonde recreatiewoning.

Wat zijn de (spel)regels bij branchering van detailhandel

In art. 3.1.2 lid 2 van het Bro is bepaald dat een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening regels kan bevatten met betrekking tot branches van detailhandel en horeca. Gemeenteraden moeten namelijk de mogelijkheid hebben om in het bestemmingsplan de vestiging van bepaalde branches van detailhandel te beperken of uit te sluiten. In dit artikel beantwoord ik de vraag waarop zij bij het toepassen van deze bepaling moeten letten.

Wijze van vergunningverlening in strijd met rechtszekerheid

Op 17 april 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning voor de activiteiten “bouwen” en “milieu”. Deze vergunning was voor het veranderen van en het in werking hebben van een veehouderij (varkens- en pluimveehouderij) en het verbouwen van een varkensstal. Omdat de aanvraag meermalen is aangevuld, heeft tot een situatie geleid waarin voor vergunninghoudster niet duidelijk was waar zij zich aan moet houden. Door alle wijzigingen is niet duidelijk van welke gegevens GS is uitgegaan bij het verlenen van de Nbw-vergunning. De rechtbank kan niet afleiden wat de vergunde stikstofdepositie nu was. De vergunningverlening is daarom in strijd met de rechtszekerheid.

Three strikes and you're in: artikel 6:19 Awb

Artikel 6:19 Awb regelt dat een nieuwe beslissing op bezwaar ter vervanging of wijziging van een eerdere beslissing op bezwaar die onderwerp van geschil is in hoger beroep ook betrekking heeft op dat nieuwe besluit. Welke gevolgen die regeling – die ambtshalve moet worden getoetst – heeft voor procespartijen wordt geïllustreerd in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

1 2 3 4 5 6 7