Instagram reclame van Dettol niet in strijd met NRC
Het reclamefilmpje op Instagram om de verspreiding "van respiratoire virussen” te helpen stoppen, is niet strijdig met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het reclamefilmpje op Instagram om de verspreiding "van respiratoire virussen” te helpen stoppen, is niet strijdig met de Nederlandse Reclame Code (NRC).
“CORONAVIRUS: LAAT JE NIET GEK MAKEN!!” zo luidt een reclame op Facebook, die Zilver als een effectief middel tegen het Coronavirus aanprijst. Dit mag niet.
Onrechtmatige uitlatingen kunnen worden rechtgezet door een rectificatie. De Hoge Raad gaat in dit recente arrest in op het karakter van de vordering tot rectificatie.
Gezien de bescherming die consumenten bij pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen genieten en de alternatieven die consumenten hebben bij het kopen van een los vliegticket, ziet de minister vooralsnog geen aanleiding om een garantiefonds vliegtickets in Nederland nader te onderzoeken.
In ons eerdere artikel hebben wij al stilgestaan bij de vraag of een staking door eigen personeel van de luchtvaartmaatschappij kan worden gezien als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Op grond van dit artikel hoeft een luchtvaartmaatschappij bij annulering of langdurige vertraging van een vlucht geen financiële compensatie te betalen aan de passagiers indien sprake is van een buitengewone omstandigheid en de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging of annulering te voorkomen dan wel te beperken. Overweging 15 van de considerans van de Verordening benoemt voorbeelden van buitengewone omstandigheden, waaronder een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag.
De meeste ondernemers hebben het zwaar nu. Toch geldt als regel: juist in tijden van crisis moet men ook (of juist) reclame maken. Echter, kun je als bedrijf nu zomaar alles blijven aanprijzen juridisch gezien? Wij geven 5 tips voor het maken van reclame in tijden van Corona.
Op grond van de wet ben je als webshopeigenaar verplicht om voorafgaand aan, en na de aankoop van een product, informatie te verstrekken aan de consument over onder andere de prijs van de aangeboden producten, de kenmerken van die producten en de wijze van betaling en levering.
Indien een luchtvaartmaatschappij haar vlucht annuleert, dient zij de passagier een alternatieve vlucht aan te bieden of restitutie van het vliegticket. Als gevolg van de Corona-uitbraak bieden veel luchtvaartmaatschappijen hun passagiers nu een voucher aan die voor een bepaalde periode kunnen worden gebruikt voor de aanschaf van nieuwe vliegtickets. Hoewel dit niet in lijn is met Verordening 261/2004 ,vindt het kabinet het tijdelijk gebruik van vouchers een acceptabel alternatief, omdat een passagiers het recht behoudt op terugbetaling van diens ticket, en er wordt voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in nog grotere financiële nood komen.
Duitse en Spaanse rechters stellen prejudiciële vragen of staking van eigen personeel van luchtvaartmaatschappijen een ‘buitengewone omstandigheid’ is in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004. De prejudiciële vragen worden gebruikt door nationale rechters om het Hof van Justitie te vragen hoe Europese regelgeving moet worden uitgelegd.
Mag Ambi Pur stellen dat haar ‘Badkamer & toilet’ geuren verwijdert door deze te onttrekken? Kan zij dat onderbouwen? Of is dat misleidend?
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft op 31 januari 2020 haar definitieve focus voor 2020 bekendgemaakt. Dat betekent dat haar (handhavings)prioriteiten in hoofdzaak de digitale economie en de energietransitie zijn. Vooral grote technologiebedrijven en agressieve energieleveranciers staan in de bijzondere belangstelling van ACM (en haar Europese equivalenten). De zorgsector is terug van weggeweest. Met haar agenda prioriteert de ACM vergelijkbare onderwerpen als haar (Europese) equivalenten en probeert zij - na consultaties - aan te sluiten bij behoefte van markt en maatschappij.
Wanneer gaat een reclame-uiting op social media 'gepaard met onjuiste informatie'? Geldt dat ook voor de (onjuiste) vermelding van de productsamenstelling? Wordt de advertentie daardoor ook steeds misleidend geoordeeld?