1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 183

planschade Lingewaard: 5 % normaal maatschappelijk risico bij woningbouw op inbreidingslocatie

In haar uitspraak van 13 juni 2018, Planschade Lingewaard, herhaalt de Afdeling bestuursrechtspraak het kader voor normaal maatschappelijk risico bij woningbouw op een inbreidingslocatie. Een waardevermindering tot 5 % van de waarde behoort bij gevallen van in de lijn der verwachtingen zijnde woningbouw op een inbreidingslocatie in een woonkern in beginsel tot het normale maatschappelijke risico van de aanvrager.

Passieve risicoaanvaarding: het risico van “stilzitten”

In een uitspraak van 30 mei jl. heeft de Afdeling nog eens duidelijk gemaakt dat stilzitten grote gevolgen kan hebben voor de aanspraak op vergoeding van planschade. Want wanneer is ook alweer sprake van risicoaanvaarding en wanneer kan dit aan een benadeelde worden tegengeworpen? De uitspraak van 30 mei geeft daarop een antwoord.

De kogel is door de kerk: ruimtelijke besluiten kwalificeren in de regel niet als besluiten die schaarse rechten toebedelen

Een bestemmingsplan, een provinciaal of rijksinpassingsplan en een provinciale ruimtelijke verordening zijn géén besluiten die schaarse rechten toebedelen. Dit geldt in de regel ook voor omgevingsvergunningen: voor de verlening daarvan gelden dus geen bijzondere verleningsregels. Dit is de kern van de conclusie die staatsraad Advocaat-Generaal (AG) Widdershoven op 6 juni jl. heeft genomen. De belangrijkste punten van deze lijvige en lezenswaardige conclusie van de AG bespreek ik in dit blogbericht.

De Wassenaarse voetbalkooi

Voetbalkooien zijn speelvoorzieningen die nogal eens onderwerp zijn van een juridische procedure. Het kan gaan om een beroep tegen een bestemmingsplan of tegen een verleende omgevingsvergunning die hierin voorziet. Is dit een gepasseerd station dan bestaat nog de mogelijkheid om een verzoek om handhaving in te dienen dan wel een vordering voor de civiele rechter. In een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 mei 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1790) ligt de vraag voor of een de voetbalkooi een speelvoorziening is als bedoeld in de regels van het vigerende bestemmingsplan. De gemeente Wassenaar heeft aan zichzelf een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de kooi.

De bestemmingsregeling voor permanente bewoning van een recreatiewoning

Geschillen over bestemmingsregelingen voor gebruik dat legaal is, maar door de gemeente ongewenst wordt beschouwd en daarom is wegbestemd zijn interessant, omdat de Afdeling stevige eisen stelt aan het wegbestemmen. Dat ondervond de gemeenteraad van Epe in een zaak over een permanent bewoonde recreatiewoning.

Wat zijn de (spel)regels bij branchering van detailhandel

In art. 3.1.2 lid 2 van het Bro is bepaald dat een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening regels kan bevatten met betrekking tot branches van detailhandel en horeca. Gemeenteraden moeten namelijk de mogelijkheid hebben om in het bestemmingsplan de vestiging van bepaalde branches van detailhandel te beperken of uit te sluiten. In dit artikel beantwoord ik de vraag waarop zij bij het toepassen van deze bepaling moeten letten.

Wijze van vergunningverlening in strijd met rechtszekerheid

Op 17 april 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning voor de activiteiten “bouwen” en “milieu”. Deze vergunning was voor het veranderen van en het in werking hebben van een veehouderij (varkens- en pluimveehouderij) en het verbouwen van een varkensstal. Omdat de aanvraag meermalen is aangevuld, heeft tot een situatie geleid waarin voor vergunninghoudster niet duidelijk was waar zij zich aan moet houden. Door alle wijzigingen is niet duidelijk van welke gegevens GS is uitgegaan bij het verlenen van de Nbw-vergunning. De rechtbank kan niet afleiden wat de vergunde stikstofdepositie nu was. De vergunningverlening is daarom in strijd met de rechtszekerheid.

Three strikes and you're in: artikel 6:19 Awb

Artikel 6:19 Awb regelt dat een nieuwe beslissing op bezwaar ter vervanging of wijziging van een eerdere beslissing op bezwaar die onderwerp van geschil is in hoger beroep ook betrekking heeft op dat nieuwe besluit. Welke gevolgen die regeling – die ambtshalve moet worden getoetst – heeft voor procespartijen wordt geïllustreerd in een recente uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

Kroon wijst prematuur onteigeningsverzoek af

De gemeente Kaag en Braassem heeft in juni 2016 een verzoekbesluit genomen, en dat besluit in september 2016 bekrachtigd. Ruim anderhalf jaar later oordeelt de Kroon dat het eerste verzoekbesluit prematuur was. Het tweede raadsbesluit heeft niet geholpen.

Passieve risicoaanvaarding bij planschade

De erfpachters van acht percelen in Den Haag hebben verzocht om vergoeding van planschade die het gevolg is van het op 15 december 2009 in werking getreden en op 21 april 2010 onherroepelijk geworden bestemmingsplan "Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216". Aan het verzoek hebben zij ten grondslag gelegd dat de bouwmogelijkheden op hun percelen zijn beperkt, waardoor zij planologisch nadeel, in de vorm van vermogens- en inkomensschade lijden. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank terecht is uitgegaan van passieve risicoaanvaarding door geen poging te ondernemen de bestaande bouwmogelijkheden te benutten.

Planschade en compensatie in natura (gemeente Maasdriel)

Casus De SAOZ had geadviseerd het nieuwe bestemmingsplan voor de eigenaar van een bedrijventerrein per saldo heeft geleid tot een planologisch nadeliger situatie. De taxateur van de SAOZ heeft de hierdoor geleden planschade begroot op - afgerond - € 500.000,00. De SAOZ heeft het college vervolgens in overweging gegeven te beoordelen of aanleiding bestaat om de oude planologische mogelijkheden te herstellen door middel van het verlenen van een binnenplanse ontheffing en/of een herziening van het bestemmingsplan. In dat geval is de schade anderszins verzekerd en hoeft niet tot vergoeding van het bedrag van € 500.000,00 over te worden gegaan, aldus de SAOZ. De Afdeling oordeelt anders.

Een Decathlon met een kruimelvergunning; géén stedelijk ontwikkelingsproject

Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.

1
...
9 10 11 12 13
...
16