Huur en Wmo: verhuurders zijn de klos
Op 18 juli 2014 is artikel 2.3.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in werking getreden. Dit artikel kan grote gevolgen hebben voor verhuurders.
Op 18 juli 2014 is artikel 2.3.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in werking getreden. Dit artikel kan grote gevolgen hebben voor verhuurders.
Op 4 juni 2014 heeft het kabinet in een Kamerbrief haar visie ten aanzien van het langer zelfstandig wonen voor mensen met een zorgbehoefte nader uiteengezet. In deze brief is ook een passage opgenomen over de status van het Protocol uitbreiding garantiestructuur sociale woningbouw uit 1999 (Protocol).
De kantonrechter Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2014:1434) heeft op 28 februari 2014 ambtshalve geoordeeld over het volgende beding opgenomen in (artikel 9.4 van) de algemene huurvoorwaarden: “Indien de huurder het gehuurde zonder toestemming van verhuurder (…) heeft onderverhuurd (…) of aan derden in gebruik heeft gegeven, rust de bewijslast dat huurder onafgebroken het hoofdverblijf in het gehuurde heeft gehouden op de huurder.”Nadat de verhuurder tijdens een huisbezoek niet de huurder maar een a...
Op 11 april 2014 (ECLI:NL:HR:2014:899) had de Hoge Raad de vraag te beantwoorden of een landingsbaan van 45 meter breed met een fundering van meer dan 2,5 meter diepte waarop zware vliegtuigen zijn geland, een gebouwde onroerende zaak is in de zin van artikel 7:230a BW (de oude Huurwet – bedrijfsruimte). De Hoge Raad beantwoordt deze vraag ontkennend.Een zaak kan in elk geval worden aangemerkt als een “gebouwde onroerende zaak” in de zin van artikel 7:230a BW als zich op of onder de grond een...
Geregeld komt de vraag aan de orde of en zo ja hoe een partij tussentijds uit een contract kan stappen. Meer in het bijzonder of bijvoorbeeld de grote wetgevingsoperaties (zorg/wonen) reden kunnen zijn contractuele verplichtingen te beëindigen of te wijzigen. Soms voorziet een contract daarin door tussentijdse opzeggingsmogelijkheden. Tussentijdse beëindiging kan ook in beeld komen indien de wederpartij tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst. De wet bepaalt immers niet voor niets dat...
De vraag naar de uitleg van contracten is zo oud als het bestaan daarvan. Alle geschillen waaraan een schriftelijk contract ten grondslag ligt beginnen met de uitleg van dat contract. Om eenheid te brengen en de rechter houvast te bieden heeft de Hoge Raad in 1981 (HR 13 maart 1981, NJ 1981/635) een uitleg maatstaf gegeven die tot nu toe alle stormen des tijds heeft doorstaan. Deze zogenaamde Haviltex – maatstaf komt in alle uitleggeschillen terug. Letterlijk heeft de HR in 1981 overwogen:“De...
Bij een vordering tot voortzetting van de huur van woonruimte door een persoon die geen medehuurder is, moet door de beoogde huurder een duurzame gemeenschappelijke huishouding worden aangetoond. In het geval dat een inwonend kind voor zijn ouder zorgt, rust er een zware stelplicht en bewijslast op de beoogd huurder. Objectieve en subjectieve factoren spelen hier een belangrijke rol. Daar liggen kansen voor de verhuurders.
De hoofdregel is dat een niet presterende partij eerst in gebreke moet worden gesteld alvorens hij in verzuim is en de andere partij schade kan vorderen.
Vaststond dat de ambtenaar in kwestie niet beschikte over een toereikende volmacht. Vervolgens rees de vraag of van de zijde van de gemeente de schijn was gewekt dat de juridisch beleidsmedewerker over een toereikende volmacht beschikte. Toerekenbare schijn van een toereikende volmacht is geregeld in artikel 3:61 lid 2 BW. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt nog eens dat deze bepaling aldus moet worden uitgelegd dat toerekening van de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid aan de p...
Servicekosten die een verhuurder de huurders in rekening brengt, moeten inzichtelijk onderbouwd worden. Maar hoe ver moet een verhuurder gaan als een deel van de gegevens van dit kostenoverzicht door derden aangeleverd wordt?
In een kort geding voor de rechtbank Gelderland stond tussen een gemeente en een exploitant vast dat de exploitant op de hoogte was van een voorbehoud van goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders. De exploitant stelde zich echter op het standpunt dat deze goedkeuring slechts een formaliteit was. De exploitant baseerde dat op de totstandkoming van eerdere overeenkomsten in het verleden en de gang van zaken in dit geval. De exploitant had een akkoord van de ambtenaren over de...
De Raad van Arbitrage voor de Bouw heeft geoordeeld dat de ontwikkelaar van een aantal woningen een schadevergoeding moet betalen aan de kopers, omdat de woningen niet met een WKO-systeem, maar met een conventioneel verwarmingssysteem en een zonneboiler zijn opgeleverd. De ontwikkelaar stelt dat deze wijziging noodzakelijk was omdat er maar 43 van de 400 woningen zouden worden aangesloten. De Raad van Arbitrage volgt de ontwikkelaar in deze stelling, maar oordeelt tevens dat er op sommige punten afbreuk wordt gedaan aan waarde en bruikbaarheid.