1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 10. Gedoogplichten
  5. Afdeling 10.2 Gedoogplichten van rechtswege
  6. 10.2 Gedoogplichten wegen en waterstaatswerken

Artikel 10.2 Gedoogplichten wegen en waterstaatswerken

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Een rechthebbende gedoogt voor wegen en waterstaatswerken:
a. het door of namens de beheerder verrichten van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan de
weg of het waterstaatswerk,
b. het door of namens de beheerder aanbrengen en in stand houden van meetmiddelen, seinen,
merken, verkeerstekens of andere tekens, als dat volgens de beheerder nodig is voor de
functievervulling van de weg of het waterstaatswerk,
c. graaf- of meetwerkzaamheden voor het maken van ontwerpen voor het aanleggen, onderhouden
of wijzigen van de weg of het waterstaatswerk,
d. het door of namens de beheerder aanleggen en in stand houden van elektrische geleidingen,
voor zover dat niet plaatsvindt in afgesloten tuinen en erven die een geheel vormen met bewoonde
percelen.

2. Een rechthebbende gedoogt voor waterstaatswerken het door of namens het bevoegd gezag op
grond van de Scheepvaartverkeerswet aanbrengen en in stand houden van verkeerstekens.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 520)

Dit artikel betreft gedoogplichten die verband houden met zowel wegen als waterstaatswerken, met uitzondering van de in in het tweede lid genoemde verkeerstekens op grond van de Scheepvaartverkeerswet. Die gedoogplicht kan logischerwijze alleen waterstaatswerken betreffen. Door de samenvoeging van laatstgenoemde gedoogplicht met de gedoogplicht uit de Waterstaatswet 1900, is in artikel 10.2, eerste lid, onder b, aan de zinsnede meetmiddelen, seinen, merken of andere tekens volledigheidshalve de term verkeerstekens toegevoegd. De gedoogplichten hebben hun herkomst in de artikelen 9 en 10 van de Waterstaatswet 1900 en de artikelen 5.23, eerste lid, en 5.25 van de Waterwet.