1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.2 Projectprocedure
  6. 5.2.1 Algemene bepalingen voor het projectbesluit
  7. 5.46 Projectbesluit voor hoofdinfrastructuur en primaire waterkeringen

Artikel 5.46 Projectbesluit voor hoofdinfrastructuur en primaire waterkeringen

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, stelt voor werken met een nationaal belang in ieder
geval een projectbesluit vast voor de volgende projecten:
a. de aanleg van een autoweg of autosnelweg, spoorweg of vaarweg,
b. een wijziging van een autoweg of autosnelweg, die bestaat uit:
1°. de ombouw van een weg tot autosnelweg, of
2°. de uitbreiding van een weg met een of meer rijstroken, als het uit te breiden weggedeelte twee
knooppunten of aansluitingen met elkaar verbindt,
c. een wijziging van een spoorweg die bestaat uit:
1°. een uitbreiding van die spoorweg met een of meer sporen, als het uit te breiden
spoorweggedeelte twee aansluitingen met elkaar verbindt,
2°. de aanleg van spoorwegbouwkundige bouwwerken,
3°. de aanleg van een verbindingsboog, of
4°. een geheel van onderling samenhangende maatregelen voor die spoorweg,
d. het opnieuw in gebruik nemen van een al aangelegde spoorweg van vijf kilometer of meer,
e. een wijziging van een vaarweg die bestaat uit een vergroting of verdieping waardoor het
ruimteoppervlak van de vaarweg met ten minste twintig procent toeneemt of de vaarweg blijvend
wordt verdiept waarbij meer dan vijf miljoen kubieke meter grond wordt verzet,
f. de aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk.

2. Het dagelijks bestuur van het waterschap stelt in ieder geval een projectbesluit vast voor de
aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen die niet onder het eerste lid, aanhef
en onder f, vallen.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 205)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt betrokken bij de besluitvorming over projectbesluiten voor hoofdinfrastructuur en primaire waterkeringen vanwege zijn stelselverantwoordelijkheid en inhoudelijke verantwoordelijkheid. In de toelichting op de wijziging van artikel 5.44 van de Omgevingswet wordt deze verantwoordelijkheidsrol dieper uitgelicht. Op grond van artikel 5.44, tweede lid, kan gelden dat alleen de Minister van Infrastructuur en Waterstaat het bevoegd gezag is.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 513)

Het toepassen van de projectprocedure met coördinatie van de uitvoeringsbesluiten wordt voor bepaalde infrastructuurprojecten van het Rijk verplicht bij wet voorschreven. Het gaat in dit artikel om projecten waarvoor op grond van de huidige Tracéwet een tracébesluit genomen wordt. In artikel 5.44 zijn de projecten opgenomen met betrekking tot de aanleg of wijziging van wegen, vaarwegen of spoorwegen met een nationaal belang.
Ook voor de aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen die in beheer bij het Rijk zijn, kan de Minister een projectbesluit vaststellen. Dit projectbesluit vervangt het projectplan waarvoor op grond van paragraaf 5.2 van de Waterwet de projectprocedure gevolgd wordt en waarvoor de Minister bevoegd gezag is. Voor zover het om de aanleg, verlegging of versterking van primaire waterkeringen gaat die niet in beheer bij het Rijk zijn, neemt het dagelijks bestuur van het waterschap het projectbesluit.
Voor de duidelijkheid wordt nog opgemerkt dat het verplichte projectbesluit op grond van dit artikel niet van toepassing is op particuliere projecten, zoals het bouwen van een huis op een dijk of het aanleggen van een kabel of leiding in een waterstaatswerk. Het gaat dan immers niet om de aanleg, verlegging of versterking van de waterkering. Voor dergelijke werken is onder meer een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een nat waterstaatswerk vereist. Voor bepaalde werken kan ook voor een projectbesluit worden gekozen als wordt voldaan aan de criteria van artikel 5.42, maar verplicht is dat niet.