1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.6 Projectprocedure
  6. 16.6.2 Projectbesluit
  7. 16.76 Toepassing onteigeningswet

Artikel 16.76 Toepassing onteigeningswet

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Onverminderd artikel 59, eerste lid, van de onteigeningswet kan het vonnis van onteigening van de rechtbank niet eerder in de openbare registers worden ingeschreven dan nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden.

2. In aanvulling op de artikelen 54 en 59 van de onteigeningswet is voor de inschrijving een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State of een verklaring van de Secretaris van de Raad van State nodig, waaruit blijkt dat het projectbesluit onherroepelijk is geworden.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 572)

Het onteigeningsvonnis van de civiele rechter wordt op grond van dit artikel niet eerder ingeschreven dan nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden (eerste lid). Beroepen tegen een projectbesluit zullen vaak - direct of indirect - gevolgen hebben voor het ruimtebeslag van het project. Nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden, staat pas vast welke gronden daadwerkelijk onteigend moeten worden. Op grond van het tweede lid is een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State nodig waaruit blijkt dat het besluit onherroepelijk is geworden. Als er geen beroepen zijn ingesteld, wordt het besluit zonder uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak onherroepelijk. Om zeker te stellen dat er geen beroepen zijn ingesteld en het besluit inderdaad onherroepelijk is geworden door het ongebruikt verstrijken van de beroepstermijn, is een verklaring van de Secretaris van de Raad van State vereist. Artikel 16.74 is ontleend aan artikel 16, derde en vierde lid, van de Spoedwet wegverbreding.