1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.1 De omgevingsvergunning
  6. 5.1.3 De beoordeling van de aanvraag
  7. 5.23 Artikel 5.18 beoordelingsregels aanvraag ontgrondingsactiviteit

Artikel 5.23 Artikel 5.18 beoordelingsregels aanvraag ontgrondingsactiviteit

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Voor een ontgrondingsactiviteit worden de regels, bedoeld in artikel 5.18, gesteld met het oog op
de doelen van de wet.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 499 en 501)

Voor de ontgrondingsactiviteit wordt uitgegaan van een breed belangenkader: «de doelen van de wet». Dit sluit aan bij het brede belangenkader van de huidige Ontgrondingenwet. De toepassing daarvan wordt ondersteund door beleidsregels of beleidsnota's. Belangen die in veel gevallen spelen zijn:
a. de veiligheid en stabiliteit van de ontgronding, zoals het voorkomen van ongevallen van bezoekers aan de locatie en verzakkingen in de omgeving;
b. een tijdige en passende herinrichting van het ontgronde terrein en de fysieke leefomgeving daarvan, met inbegrip van het financieel of op een andere manier zekerstellen van de herinrichting en het beheer van dat terrein na afloop van de ontgronding;
c. cultuurhistorische en landschappelijke belangen, waaronder archeologische, aardkundige en paleontologische belangen.

De breedte van het belangenkader kan er wel toe leiden dat er overlap ontstaat tussen het belangenkader van de vergunning voor de ontgrondingsactiviteit en andere voor een project te nemen besluiten. Dat is ook onder de huidige regelgeving al het geval, maar door het samenvoegen van de wettelijke stelsels kan dat pregnanter naar voren komen. Daarbij geldt het lex-specialis-beginsel: de beoordeling van een specifieke activiteit gebeurt volgens de beoordelingsregels voor die activiteit. Verder geldt naar huidig recht «het primaat van de ruimtelijke ordening». Dat houdt onder de Omgevingswet in dat afwegingen die gemaakt worden of zijn als onderdeel van het wijzigen van een omgevingsplan dat de uitvoering van een ontgrondingsactiviteit mogelijk maakt of bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een afwijkactiviteit, niet (opnieuw) aan de orde zijn bij het verlenen van de omgevingsvergunning voor een ontgrondingsactiviteit. Dit zal zo nodig in de beoordelingsregels verduidelijkt worden.