1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 9. Voorkeursrecht
  5. Afdeling 9.2 Vervreemding na vestiging van een voorkeursrecht
  6. 9.2.2 Hoofdregel en uitzonderingen daarop
  7. 9.9 Uitzondering op hoofdregel bij vervreemding vanwege een gesloten overeenkomst

Artikel 9.9 Uitzondering op hoofdregel bij vervreemding vanwege een gesloten overeenkomst

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Artikel 9.7 is niet van toepassing op de vervreemding vanwege een overeenkomst over de onroerende zaak of een overeenkomst die een plicht bevat voor de vervreemder over de onroerende zaak, voor zover:

a. de vervreemding plaatsvindt aan een in die overeenkomst bij naam genoemde partij en tegen een in die overeenkomst bepaalde of volgens die overeenkomst bepaalbare prijs,

b. de overeenkomst is ingeschreven in de openbare registers voordat de voorkeursrechtbeschikking is bekendgemaakt, en

c. de vervreemding plaatsvindt binnen zes maanden na de dag van inschrijving van de overeenkomst in de openbare registers.

2. Een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid kan worden ingeschreven in de openbare registers als deze is vervat in een akte.

3. Het eerste lid is gedurende een periode van drie jaar eenmaal van toepassing op een vervreemding vanwege een overeenkomst over een bepaalde onroerende zaak of een gedeelte daarvan en op de daarin met name genoemde vervreemder of de verkrijger waarmee de overeenkomst is gesloten. Deze periode begint op de dag en het tijdstip van eerste inschrijving van de overeenkomst in de openbare registers.

Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2018/19, 35 133, nr. 3, p. 204)

De uitzondering in dit voorgestelde artikel stemt overeen met artikel 10, derde en vierde lid, Wvg. Met dit artikel kan een vervreemding op basis van een overeenkomst die is gesloten voorafgaand aan de vestiging van een voorkeursrecht en die voorts voldoet aan de in dit artikel gestelde voorwaarden doorgang vinden. In het eerste lid, onder b, wordt geregeld dat de overeenkomst die voor uitzondering in aanmerking komt in de openbare registers moet zijn ingeschreven voordat een voorkeursrechtbeschikking is bekendgemaakt. Hoewel het voorkeursrecht dan nog niet ingaat, die gaat op basis van dit wetsvoorstel in op het moment van inschrijving in de openbare registers, is gekozen voor dat moment. Wanneer zou worden aangesloten bij het moment van ingaan van het voorkeursrecht ontstaat het risico op het sluiten en inschrijven van overeenkomsten tussen het moment van bekendmaking van de voorkeursrechtbeschikking en het moment van de inschrijving in de openbare registers. Daarmee zou een ruimere werking aan de uitzondering worden gegeven dan nu het geval is en dan past bij deze regeling. Daarom is gekozen voor het moment van bekendmaking van de voorkeursrechtbeschikking.