1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van bestuursorganen
  5. Afdeling 2.3 Omgevingswaarden
  6. 2.3.2 Omgevingswaarden gemeente
  7. 2.11 Omgevingswaarden gemeente

Artikel 2.11 Omgevingswaarden gemeente

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Bij omgevingsplan kunnen omgevingswaarden worden vastgesteld.

2. Bij omgevingsplan kunnen geen omgevingswaarden worden vastgesteld in aanvulling op of in afwijking van omgevingswaarden die bij omgevingsverordening, bij algemene maatregel van bestuur, bij besluit als bedoeld in artikel 2.12a, eerste lid, 2.13a, eerste lid, of 2.15, tweede lid, of in deze wet zijn vastgesteld, tenzij bij de omgevingsverordening, de maatregel, het besluit of, als omgevingswaarden in deze wet zijn vastgesteld, bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 407-408)

Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om wanneer dat met het oog op de doelstellingen van de Omgevingswet nodig is, omgevingswaarden in het omgevingsplan op te nemen. Het gaat hierbij om omgevingswaarden voor effecten van activiteiten en bronnen binnen die gemeente op de omgevingskwaliteit van een daarbij te bepalen gebied. Daarbij kan worden gedacht aan een omgevingswaarde voor geur. Het is vanzelfsprekend dat die omgevingswaarde beïnvloedbaar of beheersbaar moet zijn door inzet van beleidsinstrumenten van het gemeentebestuur, bijvoorbeeld door het treffen van bron- of effectgerichte maatregelen voor activiteiten binnen het gemeentelijk grondgebied.

Los van deze beperkingen kan de bevoegdheid van het gemeentebestuur om omgevingswaarden vast te stellen zijn beperkt door een regeling op provinciaal of landelijk niveau. Voor een omgevingswaarde die op provinciaal of nationaal niveau is vastgesteld, kan het gemeentebestuur geen afwijkende of aanvullende waarde vaststellen, tenzij bij de vaststelling van de omgevingswaarde bij omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur anders wordt bepaald. Dit is in het tweede lid geregeld. Het begrip «afwijkende omgevingswaarde» maakt het, mits bij omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur toegestaan, mogelijk om een andere ofwel vervangende omgevingswaarde te geven. Dit kan dus een hogere of lagere eenheid zijn dan de eenheid waarin de omgevingswaarde gesteld door de provincie of het Rijk is uitgedrukt. Ook kan het een zwaardere of lichtere kwalificatie in objectieve termen betreffen. Het begrip «aanvullende omgevingswaarde» opent, mits toegestaan, ook de mogelijkheid om naast de omgevingswaarde van de provincie of het Rijk voor hetzelfde aspect van de fysieke leefomgeving een andere omgevingswaarde te stellen. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. De provincie geeft een omgevingswaarde voor stof x in de buitenlucht en geeft aan dat bij omgevingsplan aanvullende omgevingswaarden voor de buitenlucht kunnen worden gesteld. Dan kan een gemeentebestuur, wanneer zij dat nodig vindt, dus een omgevingswaarde voor stof y in de buitenlucht vaststellen.