1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 15. Schade
  5. Afdeling 15.3 Schadeloosstelling bij onteigening
  6. 15.3.1 Recht op en vaststelling van schadeloosstelling bij onteigening
  7. 15.21 Schadeverhogende veranderingen

Artikel 15.21 Schadeverhogende veranderingen

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Bij het vaststellen van de schadeloosstelling blijven veranderingen die kennelijk tot stand zijn
gebracht om de schadeloosstelling te verhogen, buiten beschouwing.

2. Bij het vaststellen van de schadeloosstelling blijven veranderingen die tot stand zijn gebracht na
de terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking, buiten beschouwing, tenzij het
normale of noodzakelijke veranderingen betreft die aansluiten bij de aard en het gebruik van de
onroerende zaak op het tijdstip van de terinzagelegging.

Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2018/19, 35133, nr. 3, p. 261)

Al sinds 1851 bepaalt de Onteigeningswet dat veranderingen aan de zaak die er kennelijk toe strekken dat een hogere schadeloosstelling zal worden toegekend, bij het bepalen van die schadeloosstelling buiten beschouwing blijven. Dat geldt ook voor veranderingen die zijn aangebracht na de terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking. Die laatste uitzondering is in 1981 geclausuleerd door toevoeging van de zinsnede over de normale of noodzakelijke veranderingen, omdat de wetgever haar te ver vond gaan en hij het nodig achtte de positie van de onteigende in dit opzicht te verbeteren. Inhoudelijk is voorgesteld artikel 15.21 een ongewijzigde voortzetting van artikel 39 van de Onteigeningswet. Met het oog op de leesbaarheid is de inhoud verdeeld over twee afzonderlijke leden.