1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 3. Omgevingsvisies en programma's
  5. Afdeling 3.2 Programma's
  6. 3.2.3 Onverplichte programma's
  7. 3.14 Gemeentelijk rioleringsprogramma

Artikel 3.14 Gemeentelijk rioleringsprogramma

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

Het college van burgemeester en wethouders kan ter invulling van de taak, bedoeld in artikel 2.16,
eerste lid, onder a, onder 1° tot en met 3°, een gemeentelijk rioleringsprogramma vaststellen.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 454-455)

Het gemeentelijk rioleringsplan zoals dat nu op grond van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer door de gemeenteraad moet worden vastgesteld, wordt overgeheveld naar het wetsvoorstel als facultatief programma. Het rioleringsprogramma op basis van artikel 3.13 van de Omgevingswet heeft dezelfde doelen en functionaliteiten als het rioleringsplan van de Wet milieubeheer, alleen wordt voorgesteld de verplichting om een rioleringsprogramma vast te stellen te laten vervallen. Het betreft hier immers geen Europees verplicht programma. Met een rioleringsprogramma wordt invulling gegeven aan drie taken:

  • inzameling en transport van stedelijk afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie, ter uitvoering van de taak als bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 3°, van het wetsvoorstel (nu nog artikel 10.33 van de Wet milieubeheer). Deze zorgplicht volgt uit de richtlijn stedelijk afvalwater, die minimumeisen bevat voor het opvangen, de behandeling en de lozing van stedelijk afvalwater, en ook een tijdschema voor de realisatie hiervan,
  • doelmatige inzameling van afvloeiend hemelwater, ter uitvoering van de taak als bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 1°, van het wetsvoorstel (nu nog artikel 3.5 van de Waterwet), en
  • voorkomen van structurele nadelige gevolgen van grondwater op de bestemming van gronden, ter uitvoering van de taak als bedoeld in artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 2°, van het wetsvoorstel (nu nog artikel 3.6 van de Waterwet).

Het onverplichte karakter van het rioleringsprogramma brengt met zich mee, dat het gemeentebestuur deze taken dus ook op een andere wijze gestalte kan geven. Een (onverplicht) rioleringsprogramma biedt onder het regime van het wetsvoorstel voor het gemeentebestuur wel voordelen. Verwezen wordt naar het algemeen deel van de memorie van toelichting (paragraaf 4.3.9).