1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.1 De omgevingsvergunning
  6. 5.1.3 De beoordeling van de aanvraag
  7. 5.20 Artikel 5.18 beoordelingsregels aanvraag bouwactiviteit

Artikel 5.20 Artikel 5.18 beoordelingsregels aanvraag bouwactiviteit

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Voor een bouwactiviteit worden de regels, bedoeld in artikel 5.18, gesteld met het oog op:
a. het waarborgen van de veiligheid,
b. het beschermen van de gezondheid,
c. duurzaamheid en bruikbaarheid.

2. De regels strekken ertoe dat de omgevingsvergunning alleen wordt verleend
als aannemelijk is dat wordt voldaan aan de regels over bouwactiviteiten, bedoeld in artikel
4.3, eerste lid, aanhef en onder a, of daarover gestelde maatwerkregels.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 986, nr. 3, p. 185-186)

De voorgestelde wijzigingen in het eerste lid van dit artikel houden verband met de splitsing van de bouwactiviteit in een bouwactiviteit voor de technische beoordeling en een bouwactiviteit voor de toets aan het omgevingsplan, zoals nader toegelicht in paragraaf 2.2.1.4 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting.

In de voorgestelde nieuwe systematiek heeft dit artikel alleen betrekking op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit waarvoor de vergunningplicht geldt vanwege de noodzaak voor een technische beoordeling. Een dergelijke aanvraag zal alleen worden getoetst aan de regels voor de technische bouwkwaliteit zoals gesteld bij het Besluit bouwwerken leefomgeving of daarover gestelde maatwerkregels, of de regels voor de technische bouwkwaliteit zoals gesteld bij ministeriële regeling. Dit is tot uitdrukking gebracht door in het eerste lid voor het benoemen van de oogmerken waarmee de beoordelingsregels voor de bouwactiviteit zullen worden gesteld, aan te sluiten bij dezelfde oogmerken als die in artikel 4.21 zijn omschreven voor de regels uit het hiervoor genoemde besluit c.q. de regels uit de ministeriële regeling. Deze oogmerken zijn op grond van artikel 4.6, tweede lid, van overeenkomstige toepassing op het stellen van maatwerkregels over die regels.

In het tweede lid is in samenhang met de wijzigingen in het eerste lid de strekking van de beoordelingsregels beperkt tot een toets aan de regels over bouwactiviteiten uit het Besluit bouwwerken leefomgeving of daarover gestelde maatwerkregels, en de bij ministeriële regeling gestelde regels over bouwactiviteiten. In vergelijking met de huidige tekst van het artikellid wordt daarbij voorgesteld om uit te gaan van de formulering «wordt alleen verleend als» aan de betreffende regels wordt voldaan, in plaats van «wordt geweigerd als» niet aan de betreffende regels wordt voldaan. De nu voorgestelde formulering sluit beter aan bij de systematiek van de beoordelingsregels zoals die in het Besluit kwaliteit leefomgeving heeft vorm gekregen. Verder wordt in het tweede lid voorgesteld om terug te keren naar de «aannemelijkheidstoets» zoals die bij de wet van 21 december 2006, houdende wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) (Stb. 2007, 27), in het beoordelingkader van de aanvraag om een bouwvergunning is geëxpliciteerd. Deze maatstaf is later ook overgenomen in artikel 2.10 van de Wabo in het beoordelingskader voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit. De Omgevingswet heeft niet beoogd hierin enige verandering te brengen. De huidige tekst van het artikellid wekt echter wel die indruk. Die wordt met de voorgestelde wijziging weggenomen.