1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.3 Totstandkomingsprocedures
  6. 16.3.8 Onteigeningsbeschikking
  7. 16.33d Terinzagelegging en bekendmaking onteigeningsbeschikking

Artikel 16.33d Terinzagelegging en bekendmaking onteigeningsbeschikking

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. De terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking vindt plaats binnen de gemeente of gemeenten waarin de onroerende zaak ligt. De kosten van de terinzagelegging en de kennisgeving komen voor rekening van de onteigenaar.

2. Bij de bekendmaking en de kennisgeving van de onteigeningsbeschikking vermeldt het bestuursorgaan:
a. welke rechtbank het zal verzoeken de onteigeningsbeschikking te bekrachtigen,
b. dat belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop de beschikking ter inzage is gelegd, bij die rechtbank schriftelijk bedenkingen kunnen inbrengen tegen de beschikking,
c. dat de beschikking in werking treedt met ingang van de dag na die waarop de uitspraak waarbij zij is bekrachtigd, op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

3. Als een belanghebbende is overleden, buiten het Koninkrijk woont of geen bekende woonplaats heeft, wordt de onteigeningsbeschikking ook gezonden aan de erfgenaam, gevolmachtigde of bewindvoerder van de belanghebbende, tenzij er redelijkerwijs geen erfgenaam, gevolmachtigde of bewindvoerder bekend kan zijn voor het bestuursorgaan.

Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2018/19, 35133, nr. 3, p. 273-274)

Deze artikelen regelen enkele procedure aspecten van de onteigeningsbeschikking. De beschikking wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb (artikel 16.33b). Dit komt overeen met bijvoorbeeld de voorbereiding van een gedoogplichtbeschikking en het inrichtingsbesluit. Aan de inhoud van de ontwerpbeschikking die ter inzage wordt gelegd worden eisen gesteld. Hierdoor wordt in de ontwerpfase afdoende duidelijk welk doel met de onteigening wordt beoogd en op welke percelen het voornemen tot onteigening betrekking heeft. Die eisen staan vermeld in artikel 16.33d. De voorgestelde artikelen 16.33c en 16.33e, derde lid, bevatten de eis dat de ontwerpbeschikking respectievelijk de vastgestelde beschikking wordt toegezonden aan de erfgenaam van een overleden belanghebbende of aan de gevolmachtigde of bewindvoerder van een belanghebbende die buiten het Koninkrijk woont of waarvan de woonplaats onbekend is. Hierdoor kunnen ook zij tijdig kennisnemen van de (voorgenomen) onteigening. Deze eis geldt alleen voor zover het bestuursorgaan redelijkerwijs bekend kan zijn met de erfgenaam, gevolmachtigde of bewindvoerder. Het voorgestelde artikel 16.33e, tweede lid, bepaalt dat het bevoegd gezag een rechtsmiddelenclausule vermeldt bij de bekendmaking en mededeling van de onteigeningsbeschikking. Dit is een onteigeningsspecifieke voorziening die dezelfde functie vervult als artikel 3:45 Awb voor besluiten waartegen bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld. Onder andere moet worden vermeld welke rechtbank zal worden verzocht om de onteigeningsbeschikking te bekrachtigen. Uit artikel 16.93, eerste lid, volgt dat de bestuursrechter bevoegd is tot bekrachtiging. De bevoegde rechtbank is geregeld in het voorgestelde artikel 16.94.