1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 16. Procedures
  5. Afdeling 16.4 Milieueffectrapportage
  6. 16.4.1 Milieueffectrapportage voor plannen en programma's
  7. 16.38 Raadpleging reikwijdte en detailniveau

Artikel 16.38 Raadpleging reikwijdte en detailniveau

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Over de reikwijdte en het detailniveau van de informatie in het milieueffectrapport raadpleegt het bevoegd gezag de bestuursorganen en instanties, bedoeld in 16.36, vijfde lid, onder a en b.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de procedure voor de raadpleging.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 559)

Voordat het MER wordt gemaakt, worden de adviseurs en de bestuursorganen die ook adviseren over de besluiten die benodigd zijn voor de projecten waarvoor het plan of programma een kader vormt, geraadpleegd over de reikwijdte en het detailniveau van de informatie die in het MER moet worden opgenomen en de Minister van Infrastructuur en Milieu, de Minister van Economische Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of een door elke Minister afzonderlijk aangewezen bestuursorgaan. Het is daarbij niet uitgesloten dat deze Ministers hetzelfde bestuursorgaan aanwijzen. Op grond van het tweede lid worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de te volgen procedure voor de raadpleging. Dit artikel komt overeen met artikel 7.8 van de Wet milieubeheer, maar de te raadplegen adviseurs en bestuursorganen verschillen. In de systematiek van de Omgevingswet worden er minder adviseurs en bestuursorganen bij wettelijk voorschrift aangewezen die bij de voorbereiding van een plan of programma worden betrokken. Er is daarom voor gekozen om de adviseurs en bestuursorganen die adviseren over de besluiten waarvoor het plan of programma een kader vormt te raadplegen. Voor zover het de Omgevingswet betreft, worden die adviseurs op grond van artikel 16.14 aangewezen.