1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 9. Voorkeursrecht
  5. Afdeling 9.1 Vestiging en gelding van een voorkeursrecht
  6. 9.5 Intrekking en verval van voorkeursrecht of vernietiging van voorkeursrechtbeschikking

Artikel 9.5 Intrekking en verval van voorkeursrecht of vernietiging van voorkeursrechtbeschikking

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Als een voorkeursrecht niet meer voldoet aan de eisen gesteld in artikel 9.1, eerste en tweede lid, of als de voorkeursrechtbeschikking niet binnen de in artikel 16.82a genoemde termijn in de openbare registers is ingeschreven, trekt het bestuursorgaan dat het gevestigd heeft het voorkeursrecht onverwijld in.

2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat een ingetrokken of vervallen voorkeursrecht of een voorkeursrecht waarvan de voorkeursrechtbeschikking is vernietigd, onverwijld wordt doorgehaald in de openbare registers.

3. Het bestuursorgaan doet van de intrekking of het vervallen van een voorkeursrecht of van de vernietiging van een voorkeursrechtbeschikking mededeling aan de eigenaren van en de beperkt gerechtigden op de onroerende zaak.

Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2018/19, 35 133, nr. 3, p. 202-203)

Wanneer een voorkeursrecht niet meer voldoet aan de eisen gesteld aan de vestiging ervan zoals die blijken uit het voorgestelde artikel 9.1, moet het voorkeursrecht worden ingetrokken. Ook wanneer een voorkeursrechtbeschikking niet tijdig in de openbare registers wordt ingeschreven, moet het voorkeursrecht worden ingetrokken. Het eerste lid regelt dat dit onverwijld moet gebeuren.

Daarnaast moet het voorkeursrecht ook in het register worden doorgehaald. Een besluit tot intrekking van een voorkeursrecht maakt nog niet dat het voorkeursrecht ook uit het register verdwijnt, terwijl dit voor de kenbaarheid ervan wel van belang is. Met andere woorden, de situatie kan zich voordoen dat een voorkeursrechtbeschikking is ingetrokken, maar dat bijvoorbeeld de notaris die bij een vervreemding van onroerende zaken het register raadpleegt nog in de veronderstelling is dat er een voorkeursrecht geldt. Dat is een onwenselijke situatie. Om die reden vereist het tweede lid dat het bestuursorgaan dat het voorkeursrecht intrekt ook zorg draagt voor het onverwijld in het register laten doorhalen van het ingetrokken voorkeursrecht. Daarnaast kan de voorkeursrechtbeschikking worden vernietigd of kan het voorkeursrecht op basis van dit hoofdstuk van rechtswege vervallen. Ook in die gevallen zal het bestuursorgaan dat het voorkeursrecht heeft gevestigd, het voorkeursrecht onverwijld in het register moeten laten doorhalen.


Het derde lid vereist dat het bestuursorgaan van de intrekking en het verval van het voorkeursrecht of de vernietiging van de voorkeursrechtbeschikking mededeling doet aan de eigenaren en de beperkt gerechtigden die het aangaat. Dit laatste is nieuw ten opzichte van de Wvg en bevordert de kenbaarheid van het eindigen van een voorkeursrecht en daarmee ook van het eindigen van de beperkingen aan de vervreemding van de betrokken onroerende zaken.


Zie voorts over de intrekking van voorkeursrechtbeschikkingen het algemeen deel van deze memorie van toelichting.