Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 532)
Wanneer omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoals wanneer het werk niet meer in gebruik is en het ook niet voorzienbaar is dat het werk weer gebruikt zal gaan worden, kan de Minister besluiten om de gedoog-plichtbeschikking in te trekken. De initiatiefnemer waarvoor de gedoog-plichtbeschikking is ingetrokken, is verplicht om het werk op te ruimen. Immers de rechtsgrond waarop er met het werk inbreuk wordt gemaakt op de rechten van de betrokken rechthebbende, bestaat dan niet meer. Dat laat onverlet dat de initiatiefnemer samen met de rechthebbende afspraken maakt over de opruiming van het werk. Net als bij de gedoog-plichtbeschikking geldt de verplichting tot het opruimen van het werk ook voor rechtsopvolgers van de initiatiefnemer