1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 10. Gedoogplichten
  5. Afdeling 10.3 Bij beschikking op te leggen gedoogplichten
  6. 10.3.4 Bijzondere bepalingen
  7. 10.27 Opruimen van een werk van algemeen belang

Artikel 10.27 Opruimen van een werk van algemeen belang

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Als de gedoogplichtbeschikking voor een werk van algemeen belang is ingetrokken, ruimt de initiatiefnemer dat werk op, tenzij met degene op wie de gedoogplicht rustte anders is overeengekomen.

2. Bij de opruiming wordt de onroerende zaak zoveel als mogelijk teruggebracht in de staat van voor de aanleg van het werk van algemeen belang, voor zover niet anders is overeengekomen.

3. Artikel 10.25 is van overeenkomstige toepassing.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33962, nr. 3, p. 532)

Wanneer omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoals wanneer het werk niet meer in gebruik is en het ook niet voorzienbaar is dat het werk weer gebruikt zal gaan worden, kan de Minister besluiten om de gedoog-plichtbeschikking in te trekken. De initiatiefnemer waarvoor de gedoog-plichtbeschikking is ingetrokken, is verplicht om het werk op te ruimen. Immers de rechtsgrond waarop er met het werk inbreuk wordt gemaakt op de rechten van de betrokken rechthebbende, bestaat dan niet meer. Dat laat onverlet dat de initiatiefnemer samen met de rechthebbende afspraken maakt over de opruiming van het werk. Net als bij de gedoog-plichtbeschikking geldt de verplichting tot het opruimen van het werk ook voor rechtsopvolgers van de initiatiefnemer