1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 5. De omgevingsvergunning en het projectbesluit
  5. Afdeling 5.1 De omgevingsvergunning
  6. 5.1.5 Actualisering, wijziging, intrekking en revisievergunning
  7. 5.42 Invulling algemene maatregel van bestuur artikelen 5.39 en 5.40

Artikel 5.42 Invulling algemene maatregel van bestuur artikelen 5.39 en 5.40

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Als voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 toepassing wordt gegeven aan artikel 5.39,
onder a, of 5.40, eerste lid, onder a, of tweede lid, onder a, worden bij algemene maatregel van
bestuur gevallen of gronden met hetzelfde oogmerk bepaald als het oogmerk waarmee op grond
van artikel 5.18 regels over die activiteit worden gesteld.

2. Als geval als bedoeld in artikel 5.39, onder a, waarin het bevoegd gezag de voorschriften van
een omgevingsvergunning wijzigt, wordt in ieder geval aangewezen het geval waarin uit toepassing
van artikel 5.38 is gebleken dat de nadelige gevolgen die de desbetreffende activiteit voor het
milieu veroorzaakt:
a. gezien de ontwikkelingen van de technische mogelijkheden tot het beschermen van het milieu,
verder kunnen worden beperkt, of
b. gezien de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu, verder moeten worden
beperkt.

3. Als geval als bedoeld in artikel 5.39, onder a, waarin het bevoegd gezag de omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit intrekt, wordt in ieder geval aangewezen het geval waarin de vergunninghouder misbruik heeft gemaakt van wapens of munitie of van de bevoegdheid die voorhanden te hebben, of waarin er
andere aanwijzingen zijn dat aan hem het voorhanden hebben van wapens of munitie niet langer kan worden toevertrouwd.

4. Als geval als bedoeld in artikel 5.40, eerste lid, onder a, of tweede lid, onder a, wordt in ieder
geval aangewezen het geval waarin de voorschriften van de omgevingsvergunning kunnen worden
gewijzigd of de omgevingsvergunning kan worden ingetrokken, met het oog op het treffen van
passende preventieve maatregelen ter bescherming van de gezondheid, bedoeld in artikel 4.22,
tweede lid, onder b.

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2017/18, 34 985, nr. 3, p. 108)

In het voorgestelde nieuwe derde lid van artikel 5.42 wordt verzekerd dat bij algemene maatregel van bestuur in elk geval dezelfde intrekkingsgronden voor een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit zullen worden aangewezen als thans in artikel 5.4, vierde lid, onder c, van de Wet natuurbescherming is voorzien. De overige in dat artikellid genoemde intrekkingsgronden worden gedekt door artikel 18.10 van de Omgevingswet.

 

Memorie van Toelichting; artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2013/14, 33 962, nr. 3, p. 508-509)

Dit artikel bepaalt hoe invulling zal worden gegeven aan de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in de artikelen 5.37, onder a, en 5.38, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a. Als voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 met toepassing van deze artikelleden gevallen of gronden tot wijziging of intrekking worden bepaald, zal dat gebeuren met hetzelfde oogmerk als het oogmerk waarmee op grond van artikel 5.17 beoordelingsregels voor die activiteit worden gesteld. Hiermee wordt, net als bij het verbinden van voorschriften (artikel 5.32), de samenhang tot uitdrukking gebracht die er bestaat met het belangenkader om te beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning.

In artikel 5.40, tweede lid, is bepaald dat als geval waarin het bevoegd gezag verplicht is de voorschriften van een omgevingsvergunning te wijzigen in ieder geval zal worden aangewezen de situatie waarin uit toepassing van artikel 5.36 (actualisering) is gebleken dat de nadelige gevolgen voor het milieu die de desbetreffende activiteit veroorzaakt verder beperkt kunnen dan wel moeten worden. Dit geval, dat nu geregeld wordt in artikel 2.31, eerste lid, onder b, Wabo, wordt al uitdrukkelijk op wetsniveau genoemd als geval dat in de algemene maatregel van bestuur zal worden opgenomen, omdat het van belang is voor de toepassing van de artikelen 5.32, tweede lid, onder a, en 16.54. Verwezen wordt naar de toelichting bij de desbetreffende artikelen.