1. Home
  2. Omgevingswet
  3. Wettekst
  4. Hoofdstuk 2. Taken en bevoegdheden van bestuursorganen
  5. Afdeling 2.6 Bijzondere taken en bevoegdheden
  6. 2.6.3 Bijzondere bevoegdheden natuur en landschap
  7. 2.46 Stikstofdepositieruimte

Artikel 2.46 Stikstofdepositieruimte

Navigatie
|
Wettekst
BIJLAGE

1. Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of een door hem aangewezen bestuursorgaan, kan
stikstofdepositieruimte registreren die beschikbaar is voor toedeling aan Natura 2000-activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken.

2. Stikstofdepositieruimte wordt alleen geregistreerd als aanvullende maatregelen zijn getroffen ten opzichte van de in het beheerplan voor het desbetreffende Natura 2000-gebied opgenomen maatregelen, die de belasting van de natuur door stikstof verminderen of de staat van instandhouding verbeteren.

3. Het bestuursorgaan dat bevoegd is te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt, kan geregistreerde stikstofdepositieruimte toedelen aan een Natura 2000-activiteit.

4. Stikstofdepositieruimte wordt alleen toegedeeld als zij voor elke locatie van de voor stikstof gevoelige habitats in het Natura 2000-gebied waarop door de Natura 2000-activiteit stikstofdepositie zal worden veroorzaakt, gelijk is aan of groter is dan de door de activiteit te veroorzaken toename van de stikstofdepositie.

Memorie van Toelichting: artikelsgewijze toelichting (Kamerstukken II 2019/20, 35 347, nr. 3, p. 23)

Voor de registratie, toedeling en reservering van stikstofdepositieruimte is in dit wetsvoorstel voorzien in een bijzondere taak (voorgesteld artikel 2.46 van de Omgevingswet). De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit registreert de ruimte die ontstaat door aanvullende maatregelen, en stelt de omvang van de ontstane ruimte vast (voorgesteld eerste lid). Dit zijn feitelijke handelingen.

Het bestuursorgaan dat toestemming verleent voor het verrichten van een Natura 2000-activiteit (een omgevingsvergunning voor die activiteit of een projectbesluit), deelt stikstofdepositieruimte toe aan de desbetreffende activiteit (voorgesteld derde lid). Hiermee is voor de beoordeling van die activiteit gegeven dat de stikstofdepositie die zij veroorzaakt op Natura 2000-gebieden geen significant negatieve gevolgen heeft. Deze besluiten over toedeling maken in de praktijk onderdeel uit van het besluit over de verlening van de omgevingsvergunning voor de Natura 2000-activiteit of het projectbesluit. De geregistreerde stikstofdepositieruimte wordt na toedeling hierop aangepast (voorgesteld eerste lid).

Verder kan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stikstofdepositieruimte reserveren voor toedeling aan projecten of categorieën van projecten. Dit zijn besluiten (voorgesteld derde lid).